8 april 2025

Mijn kind wees naar iemand in het openbaar en zei precies wat ik dacht, maar nooit zou zeggen

Mama, kijk! Die meneer is écht heel dik!

Het gebeurde in een volle winkelstraat. Mensen liepen langs, winkelden en praatten. Ik liep met mijn peuter, die vrolijk in zijn buggy zat en ondertussen alles en iedereen in zich opnam.

En toen gebeurde het. Hij wees, met zijn schattige peutervingertje, recht naar een man die ons passeerde. Een grote man.

"Mama, kijk!" "Die meneer is écht heel dik!"

Mijn hart sloeg over. Mijn maag trok samen. De tijd leek even stil te staan.

Het moment waarop je wilt verdwijnen

Ik voelde mijn wangen gloeien. De man keek op. Ik zag het. Een fractie van een seconde. Net lang genoeg om te weten dat hij het gehoord had. Dat iedereen om ons heen het gehoord had.

Er zijn momenten waarop je hoopt dat de grond onder je opensplijt en je gewoon kunt verdwijnen. Dit was zo’n moment.

Ik kon het niet terugnemen. Niet ongedaan maken. Mijn peuter had het niet gefluisterd. Nee, hij had het gezegd met de onschuldige felheid van een kind dat simpelweg zegt wat hij ziet.

En het ergste? Heel diep vanbinnen wist ik dat ik precies hetzelfde had gedacht.

Wat zeg je in zo’n situatie?

Mijn hoofd schoot op volle toeren. Wat moest ik doen? Ontkennen? Doen alsof ik het niet had gehoord? Lachen en hopen dat de man óók zou lachen?

"Nee lieverd, dat zeggen we niet zo" mompelde ik uiteindelijk, terwijl ik de buggy met een ruk een andere kant opstuurde. Ik durfde de man niet aan te kijken.

Maar mijn peuter was niet klaar "Maar hij ís toch dik?" "Waarom mag ik dat niet zeggen?"

Mijn hersenen gilden. Niet hier. Niet nu. Maar hij keek me verwachtingsvol aan, alsof hij oprecht een logisch antwoord wilde.

Waarom is de waarheid soms zo pijnlijk?

Kinderen filteren niks. Ze benoemen dingen zoals ze zijn. Niet uit gemeenheid, niet om iemand te kwetsen, maar omdat de wereld in hun ogen gewoon is wat het is.

En toch voelde ik me verschrikkelijk. Niet alleen voor die man, maar ook omdat ik besefte dat ik precies hetzelfde had gedacht – en dat ik mijn kind nu probeerde te leren om het niet te zeggen. Niet omdat het niet waar was, maar omdat je sommige waarheden gewoon voor jezelf houdt.

We liepen verder, ik met knalrode wangen, hij met een gezicht dat duidelijk maakte dat hij nog steeds niet begreep wat hij fout had gedaan.

Wat leerde ik hiervan?

Later, toen we thuis waren, probeerde ik uit te leggen dat het niet aardig is om dingen over andere mensen hardop te zeggen, zelfs als het waar is. Dat het mensen pijn kan doen.

Hij knikte. Dacht even na "Maar als ik het in mijn hoofd denk, mag het wel?"

Ik zuchtte: "Ja, schat. Maar sommige dingen hoeven we niet hardop te zeggen."

Hij leek het te accepteren. Maar ik wist dat het niet de laatste keer was. Dit was pas het begin.

Reacties

Plaats een reactie

Vul een reactie in.
Vul a.u.b. je naam in.
Vul a.u.b. je e-mailadres in.