13 september 2000 door Justine Pardoen

Peuters stikken soms bijna van woede

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Peuters kunnen met hun gedrag hun ouders aardig de stuipen op het lijf jagen. Regelmatig blijkt er dan niets aan de hand te zijn.

Joke heeft een dochter van bijna drie jaar, die regelmatig zo erg moet huilen, dat ze stopt met ademhalen. Ze huilt, houdt haar adem in, krijgt blauwe lippen en witte wangen, wordt slap en valt flauw. Daarna komt ze weer bij, is een beetje suf, maar herstelt snel. Soms is het gewoon omdat ze valt, soms is het omdat ze haar zin niet krijgt. Joke: "Ik vind dit hardstikke eng en ik weet niet goed hoe ik ermee moet omgaan."

Joke is niet de enige. Menig moeder schrikt zo, dat ze de huisarts belt. Bianca liet een keer zelfs een ambulance komen. Sommige kinderen doen al zo eng als ze nog geen jaar oud zijn. Wilma: "Mijn zoon begon met tien maanden. Ik vind het een naar gezicht, zo'n blauw aanlopend kind. Ik laat hem dan goed schrikken door hard in zijn gezicht te blazen. Ook een nat washandje in het gezicht helpt. Door die schrik hapt hij weer naar adem." Rineke maakte het voor het eerst mee toen haar kind nog een baby was: "Ik had zelf de neiging om te schudden, maar de huisarts vertelde me dat je niets anders moet doen dan je baby liefdevol vasthouden."

Ook de zoon van Erika is vaak flauwgevallen: "Het gebeurde altijd in een huilbui van schrik en pijn tegelijk. Ze hebben me verzekerd dat een kind er geen beschadigingen van oploopt." Tenzij door het flauwvallen zelf, natuurlijk. Daarom waarschuwde Erika iedereen die met het kind te maken had, van de leerkracht op school tot de buren. Zelf hield ze er ook zoveel mogelijk rekening mee: "Aan de manier van huilen wist ik dat ik hard moest lopen om hem op te vangen."

Deze aanvallen staan bekend als 'breath holding spells'. In het Nederlands worden ze 'respiratoire affectkrampen' genoemd. Pedagoge Joanna Sandberg, verbonden aan Ouders Online licht toe: "Het kan een reactie zijn op schrik, angst of pijn, maar heel vaak is het een uiting van woede. Het komt bij ongeveer vijf procent van de kinderen voor en het begint voordat het kind drie-en-een-half jaar oud is. De piek ligt bij het begin van het tweede levensjaar."

"Als een kind buiten bewustzijn raakt, duurt dat niet langer dan een minuut. Er is ook een lichtere vorm, die vaker voorkomt. Het kind wordt dan wel blauw of bleek, maar verliest het bewustzijn niet. Het duurt dan meestal 'maar' vijftien seconden. Het is belangrijk om te weten dat het kind altijd uit zichzelf weer gaat ademen."

Sandberg: "Kinderen die 'breath holding spells' hebben, zijn vaak zeer temperamentvol. Het zijn actieve, koppige kinderen die snel gefrustreerd raken. Als een kind zich beter kan uitdrukken met woorden, zo rond het vierde jaar, nemen de aanvallen af. Na het zesde jaar komen ze bijna niet meer voor."

Sandberg raadt ouders aan vooral kalm te blijven. Als het kind met ademhalen stopt in een soort driftbui omdat het zijn zin niet krijgt, is het belangrijk om er ook zo min mogelijk aandacht aan te besteden. Voordat je er erg in hebt, heb je een verwend kind in huis. Zo eentje die gewend is in alles zijn of haar zin te krijgen en die niet in staat is om tegenslagen in het leven het hoofd te bieden.

Sanberg: "Wanneer een kind merkt dat een ouder dit gedrag beloont met extra aandacht, dan zal hij of zij het gaan herhalen. Kinderen kunnen het gaan gebruiken om hun zin te krijgen. Geef dus ook niet toe om een aanval te voorkomen als je die ziet aankomen. Voorkom dat het kind zich pijn doet. Leg het bijvoorbeeld op de bank of op bed en blijf er zo rustig mogelijk bij."

Of het kind nu zijn adem inhoudt uit woede of pijn en schrik, lichamelijk gezien gaat het om hetzelfde verschijnsel. De kinderartsen van Ouders Online bevestigen dat 'breath holding spells' op zichzelf geen kwaad kunnen. Maar als ouders zich toch zorgen maken, is een bezoek aan de huisarts niet overdreven. Immers alleen een arts kan bevestigen dat er niet iets anders aan de hand is.

Ook al weet je dat het niet gevaarlijk is, angstig blijft het. Een moeder vertelt dat ze bij elke aanval van haar zoon stond te huilen. Bianca: "Hoe vaak je het ook meemaakt, die angst gaat nooit weg. Je leert er alleen wat beter mee om te gaan." Gelukkig groeien ze eroverheen.


Lees ook: