15 mei 2009 door Joanna Sandberg

Ben ik wel een goede moeder? Ik voel me meer een politie-agent (3 jr)

Ben ik wel een goede moeder? Dat vraag ik me de laatste tijd steeds vaker af. Ik heb zelf geen moeder meer aan wie ik het zou kunnen vragen en bij mijn schoonmoeder durf ik het niet. Mijn man zegt dat ik me niet druk moet maken maar dat is niet genoeg.

Mijn dochtertje van bijna 3 moet ik echt de hele dag in de gaten houden. Ik voel me net een politie-agent maar ik wil wel consequent blijven. Ze kan zó zeuren dat ik er zó geïrriteerd van word dat ik mijn stem verhef, en zeg: "En nu is het afgelopen! Als je nog een keer zeurt ga je op de trap zitten!"

Soms is het echt lastig. Voor mijn gevoel kan ik voor haar niks goed doen want ze heeft heel veel wensen met van alles. Ik geef wel duidelijk aan wat wel en niet kan en ik ga hier niet overheen. Bijvoorbeeld een badje verplaatsen wat vol is en zij wil dat ik het verplaats omdat het voor haar niet goed staat. Of steeds weer helpen met schoenen aan en uit doen.

Vanmiddag viel er een lint van haar op de straat. Ik had haar achterop zitten en mijn zoontje voorop. Ik kon dat lint niet pakken want 't waaide weg en het was te druk en te gevaarlijk om af te stappen. Nou, dan is de wereld te klein. Ik heb haar rustig verteld dat we wel een nieuwe zouden kopen omdat ik hem niet kon pakken. Gelukkig kwam iemand hem al brengen.

Steeds word ik geconfronteerd met hoever ga ik en wat zijn mijn grenzen. Nu ik duidelijk mijn grenzen aangeef, en niet in alles met haar meega, voel ik me een slechte moeder.

Pak ik het wel goed aan en is het normaal dat je twijfelt als ouder of je het wel goed doet?

Antwoord

Het is heel normaal als je wel eens twijfelt of je wel een goede moeder bent. Maar het kan wel tot veel onzekerheid leiden.

Veel ouders, en vooral vrouwen, stellen te hoge eisen aan het moederschap (die ze nooit kunnen waarmaken), waardoor het opvoeden zwaar wordt. Perfecte kinderen bestaan niet, perfecte ouders ook niet. En opvoeden is ook gewoon vaak tobben. Dat houd je alleen vol als je af en toe ook wat kunt relativeren, zo mogelijk met een sprankje humor.

Grenzen stellen

U vertelde dat u zich vooral een slechte moeder voelt omdat u nu duidelijke grenzen stelt. Betekent dit dat u voorheen geen duidelijke grenzen stelde? Als dat zo is, en u sinds kort wel grenzen stelt, dan zal uw dochter u uitproberen, om te kijken of u wel standvastig blijft in het aangeven van die grenzen. U moet dus vooral volhouden, ook al voelt dat misschien niet goed aan. U zult zien dat het uittesten op den duur vanzelf minder wordt. En wees gewaarschuwd: één keer wél toegeven en u bent weer helemaal terug bij af.

Vaak hebben onzekere ouders (dus niet alleen moeders; vaders kunnen ook onzeker zijn) moeite met grenzen stellen, juist vanwege hun eigen onzekerheid. Ze twijfelen dan voortdurend of hun aanpak wel goed is. Bijvoorbeeld: is dit eigenlijk wel een zinvolle grens of moet ik mijn kind toch meer de ruimte geven? Ben ik niet te snel met het aangeven van deze grens, of juist te laat?

Extra moeilijk

Wat het nog extra moeilijk kan maken, is dat onzekere ouders vaak weinig vertrouwen hebben in zichzelf en hun eigen kunnen. Dat maakt het moeilijk voor ze om ouderlijk gezag uit te stralen naar hun kind.

De meeste kinderen voelen dit heel goed aan. Daardoor luisteren ze niet, en proberen ze telkens opnieuw om wéér een grens over te gaan. Met als gevolg dat de onzekerheid van de ouder nog meer toeneemt.

Als zo'n ouder in laatste instantie dan toch "nee" zegt, wordt het kind heel boos. Ook dat is voor deze ouders vaak extra moeilijk te verdragen, omdat juist zij – door hun geringe eigenwaarde – het zo ontzettend nodig hebben om gewaardeerd te worden. Een woedend kind geeft precies het omgekeerde gevoel; een woedend kind waardeert je niet maar wijst je af.

Als u dit herkent, raad ik u sterk aan om hulp te zoeken in de opvoeding. Er komt steeds meer laagdrempelige hulp voor ouders, in de vorm van opvoedsteunpunten, opvoedbureaus, pedagogische praktijken, opvoedspreekuren in buurthuizen, en niet te vergeten de Centra voor Jeugd en Gezin waar je zo binnen kunt lopen.

Eén centraal punt waar je alle adressen kunt opvragen bestaat helaas niet meer (voorheen hield het NIZW dit bij); dit is nu overgenomen door de lokale GGD'en. Ideaal is dit niet natuurlijk, want als je aanklopt bij de GGD voel je je weer zo'n 'geval'. En opvoedproblemen zijn geen ziekte. In plaats daarvan kun je ook naar de plaatselijke bibliotheek. De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) houdt namelijk een 'sociale kaart' bij, met alle adressen van personen en instanties waar je terecht kunt. Als dat niets oplevert, probeer het dan bij het consultatiebureau.

Praktische tips

Maar ook zónder professionele hulp kunt u natuurlijk al het een en ander doen. De onderstaande tips zijn vooral bedoeld om de negatieve spiraal te doorbreken, die inmiddels ontstaan is. Daarmee doel ik op het feit dat u zich een politie-agent voelt, die voortdurend aan het verbieden is. Dat is niet gezellig. Maar erger nog: door al die negatieve aandacht gaat uw dochter zich ook steeds negatiever gedragen. Dat moet stoppen.

  • Ik raad u aan om een vaste dagindeling te maken, zodat uw dochter weet waar ze aan toe is. U wisselt op een dag de dingen die u zelf wil doen af met het samen spelen en samen dingen doen met uw dochter. U moet echt geregeld met uw dochter spelen, dan geeft u haar positieve aandacht, voelt zij zich goed, en u ook, en daarna kunt u weer iets voor u zelf doen.
  • Wissel rustige spelletjes af met wat meer actie (dansen, koken, wandelen, zwemmen, speeltuin, kliederen en vies worden, etc.). Denk ook aan: samen kleien, verven, knippen en plakken. Dat vinden kinderen leuk!
  • U kunt wat speelgoed verstoppen en het eerst samen gaan zoeken, en daarna uw dochter alleen laten zoeken.
  • Zorg dat er niet te veel speelgoed tegelijk beschikbaar is. Ruim regelmatig op, en leg het overtollige speelgoed weg, waardoor u elke dag weer een paar 'frisse' speelgoedjes kunt neerzetten (of verstoppen).
  • Als u iets voor uzelf wilt doen, kunt u zeggen: "Ik wil nu even de krant lezen. Als ik klaar ben [denk aan 10 minuten tot een half uur] en jij hebt gespeeld met de puzzel, dan zal ik je daarna een boekje voorlezen".
  • Als uw dochter toch gaat huilen en zeuren, laat haar dan merken dat zij het niet léuk hoeft te vinden dat u even iets voor u zelf doet. Kinderen hebben recht op hun gevoelens. Zeg haar wel dat u het huilen vervelend vindt, en dat ze op de 'huilplek' moet gaan zitten tot ze zonder huilen kan gaan spelen. Ga vervolgens door met datgene waar u mee bezig was, zonder aandacht te schenken aan haar negatieve gedrag. Als ze dan weer gaat spelen, geeft u haar wel aandacht door haar complimenten te geven hoe leuk ze (alleen) speelt, en hoe fijn u dat vindt.
  • Als ze lekker aan het spelen is, stoor haar dan niet, maar geniet van een afstandje.
  • Zet af en toe eens een leuke kinder-CD op terwijl ze aan het spelen is.

Succes gewenst!

Lees ook: