Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

1 oktober 2004 door Saskia Nihom-Nijstad

Hoe ga je om met woede en agressie? (5 jr)

Hoe ga ik om met een kind dat steeds bozer wordt (tot en met woede en agressie) als het niet loopt zoals hij wil?

Mijn zoontje van 5 jaar heeft zeer veel moeite met het accepteren van mijn autoriteit als moeder. Bij de vader zijn er minder problemen. Hij wil zeer vaak zelf bepalen wat er gebeurt, tot en met de kleinste dingen, en hij probeert mijn grenzen structureel te verleggen. Bijvoorbeeld: als ik twee boekjes lees: "Nee drie!"

Hij accepteert van mij geen "straf", zoals blijf op je kamer. Hij komt er gewoon van af. De enige mogelijkheid is dan om de deur dicht te houden en vervolgens wordt hij destructief. Er zijn al verschillende dingen gesloopt. Eigenlijk wil hij met rust gelaten worden, maar hij zoekt mij toch ook weer op.

Als ik hem in de houdgreep neem voor enkele minuten, wordt hij eerst agressief (bijten en krabben); later gaat hij huilen en wil hij met rust gelaten worden. In ruzies schreeuwt hij ook dat ik niet moet praten, en duwt hij mijn gezicht weg als ik te veel naar hem kijk.

Bij anderen is hij juist een mak lammetje. Hij is wel dominant, bepaalt in spel met anderen hoe het moet lopen en kan het ook moeilijk accepteren als een kind het anders wil. Verder is hij druk, beweeglijk, heel snel enthousiast en vrolijk, kan fantastisch spelen (vaak spel waarbij geordend wordt), maar ook snel boos.

Hij is 10 weken te vroeg geboren maar heeft een normale ontwikkeling doorgemaakt. Kon al bijzonder snel fijn spelen, met anderhalf jaar kon hij met gemak 2 uur in de box bezig zijn. Het probleem bestaat nu zo'n jaar of twee en is met perioden aanwezig.

Zit ik hem te veel op de huid? Moet ik hem loslaten, maar hoe dan? Dingen slopen kan ik niet accepteren.

Antwoord

Uw zoon heeft er zeker behoefte aan om 'met rust gelaten te worden' en om zelf dingen te kunnen bepalen. Dat kan hij echter alleen als zijn ouders hem het gevoel geven dat zij daar alle vertrouwen in hebben, en hem steeds een beetje meer durven los te laten. U vindt dat moeilijk, maar dat is begrijpelijk. Hieronder zal ik uitleggen hoe dat komt. Ik besluit met een aantal praktische tips.

Te vroeg geboren

Ik denk dat het stukje bij beetje los kunnen laten van een kind dat te vroeg is geboren, ingewikkelder is dan bij kinderen die op tijd zijn geboren. De zorgen die ouders hebben voor een te vroeg geboren kind zijn immers groot en de angst voor het (over)leven van een couveuse-kindje is – zeker in het begin – permanent aanwezig.

Deze ouders zijn gewend zich vanaf de eerste dag zorgen te maken om het kind. Dat heeft tot gevolg dat het stapje voor stapje los kunnen laten van zo'n kind, tijdens zijn verdere ontwikkeling, dikwijls stroef verloopt.

"Nee, drie!"

Uit mijn praktijkervaring weet ik dat het voor ouders van te vroeg geboren kinderen extra moeilijk is om grenzen te stellen. De bezorgdheid en de angst uit het eerste begin zijn voortdurend sluimerend aanwezig.

Het kind voelt dat. Hij zal steeds proberen uit te vinden hoe het zit met het vertrouwen van zijn ouders en hun angst, waar hun grens precies ligt, en hoe duidelijk en zeker zijn ouders zijn.

U vertelde onder andere over het voorlezen van twee boekjes, waarna uw zoontje zegt: "Nee, drie!". Dat is typisch zo'n voorbeeld. Hij probeert u uit, om te kijken hoe zeker zijn moeder van haar zaak is.

Vertrouwen tegenover angst en onzekerheid

U schrijft: "Eigenlijk wil hij met rust gelaten worden, maar hij zoekt mij toch ook weer op."

Dit is een mooi voorbeeld van vertrouwen enerzijds tegenover angst en onzekerheid anderzijds. Uw zoon wil zo nu en dan ook écht met rust gelaten worden. En hij hoopt dat zijn moeder erop vertrouwt dat hij zelf kan beslissen dat dit goed voor hem is. Maar uit onzekerheid over hoe zijn moeder hierover denkt en voelt, zoekt hij haar weer op. Hij komt het als het ware zonder woorden vragen.

Hoe meer vertrouwen u naar hem uitstraalt en hoe meer u laat blijken dat het goed is als hij zich even terugtrekt, des te zekerder uw zoontje zich gaat voelen over zijn eigen gedrag.

Autoriteit

Verder schrijft u dat hij moeite heeft met het accepteren van uw autoriteit. Ik denk dat het hier niet om autoriteit gaat, maar om het feit dat u alles voor hem wil bepalen. U durft hem nog niet los te laten daar waar hij het al alleen kan.

Uw zoon wil echter niet dat u alles bepaalt en regelt, maar dat u hem stimuleert om zelf dingen te ondernemen. Met zijn boosheid probeert hij dat doel te bereiken.

Boosheid

Boosheid (of woede, als sterkere uitingsvorm daarvan) is één van de vier basis-emoties die we allemaal hebben:

  • boosheid - om datgene te bereiken wat we willen bereiken;
  • angst - om te kunnen vluchten of te vechten als er gevaar dreigt;
  • verdriet - om ons te kunnen terugtrekken als het ons te heftig wordt;
  • vreugde - om onze uitbundigheid over iets of iemand te kunnen uiten.

Voordat we boos worden, voelen we irritatie opkomen en dan gaan we op zoek naar iemand tegen wie wij onze boosheid kunnen uiten. Dit is ook het geval bij uw zoontje. Hij raakt geïrriteerd in situaties waarin hij het gevoel heeft de macht te verliezen. Zijn moeder moet het dan ontgelden.

Hij voelt echter ook dat zijn moeder net zo goed boos en machteloos is, net als hij. Maar hij is nog te jong om zijn eigen emoties te onderscheiden van die van zijn moeder, laat staan dat hij ze goed kan reguleren. Daarvoor moet hij ouder worden.

Tips

  1. Kijk naar het gedrag van uw kind alsof u door een camera kijkt. Ga aan de slag met wat u ziet en niet met wat u daarbij voelt of denkt. (Dus niet: "Oh, wat doet hij nu weer... hij wil ook altijd zijn zin hebben. Zie je wel, hij neemt mij niet serieus.")
  2. Benoem en prijs zoveel mogelijk het gewenste gedrag van uw kind. Door te benoemen leert hij wat er van hem wordt verwacht. Door te prijzen of een compliment te maken stimuleert u hem om door te gaan met het gewenste gedrag. Benoem en prijs direct als u het gewenste gedrag ziet. Wees niet zuinig met complimentjes.
  3. Sla niet te veel acht op het ongewenste gedrag. Zie maar af en toe iets door de vingers.
  4. Doet uw kind iets wat écht niet kan, dan heeft u twee mogelijkheden:
    - u kunt verbieden door "nee" te zeggen, en uit te leggen op welk gedrag dat "nee" betrekking heeft;
    - u kunt hem apart zetten op een plek waar hij geen kwaad kan en ook niet gezellig kan gaan spelen. Bijvoorbeeld op een speciaal stoeltje in de gang. Niet op zijn kamer; daar moet hij zich in alle rust kunnen terugtrekken als hij daar behoefte aan heeft. De vuistregel voor de duur van het apart zetten is: niet langer dan het aantal levensjaren in minuten. Bij een kind van 5 is dat dus maximaal 5 minuten.
  5. Benoem en erken zijn gevoel van boosheid. Leg hem uit dat iedereen wel eens boos is, en dat dat heel normaal is, maar dat je kan leren met je boosheid om te gaan zodat je niet gaat bijten, krabben of schreeuwen.
  6. Ga bij u en uw man na hoe jullie zelf omgaan met jullie eigen boosheid. Daar kan uw kind veel van leren. Sommige mensen gaan tot 10 tellen, andere gaan een stukje wandelen, en nog weer andere gaan even heel hard op een kussen slaan. Soms lukt het om jezelf tot bepaalde gedachten te dwingen, waardoor je boosheid weer verdwijnt: "Ik ben boos omdat mijn moeder mij niet drie maar twee boekjes wil voorlezen. Maar ja, eigenlijk heeft ze wel gelijk; we hadden er twee afgesproken, dus ik moet nu ophouden met zeuren".

Boos zijn moet je leren

Alle kinderen moeten leren om te gaan met hun gevoelens van boosheid. Daar hebben ze de leiding van hun ouders als eersten bij nodig.

Mocht u er met deze adviezen toch niet uitkomen, dan raad ik u aan om hulp te zoeken. Extreme boosheid en woede-uitbarstingen bij kinderen gaan namelijk niet vanzelf over.

Veel succes!

Lees ook: