1 november 2001 door Nanny Gortzak

Kan een adoptie-moeder borstvoeding geven?

Wij verwachten binnen 6 maanden een baby van 6 à 8 weken te adopteren. Is het mogelijk om de baby borstvoeding te geven?

Antwoord

De vraag of u uw adoptie-baby kunt borstvoeden, is niet eenvoudig te beantwoorden. Er zitten veel haken en ogen aan maar het is niet principieel uitgesloten.

Geïnduceerde lactatie en relactatie

Uit onderzoek – en uit de praktijk – blijkt dat borstweefsel met regelmatige stimulatie in principe melk kan produceren. Dat kan gebeuren in verschillende situaties.

Wanneer een vrouw die nooit is bevallen, probeert om melk te produceren, dan heet dit geïnduceerde lactatie.

Wanneer een vrouw wél ooit is bevallen, dan heet dit relactatie. Van relactatie (opnieuw gaan voeden) kan bijvoorbeeld ook sprake zijn bij een moeder die in het ziekenhuis heeft gelegen en haar kind opnieuw gaat voeden na een tijd van 'onthouding'.

Bij relactatie is het voordeel dat de borsten al eens eerder de klier-ontwikkeling hebben doorgemaakt die normaal aan de borstvoedingsperiode vooraf gaat. Bij geïnduceerde lactatie bestaat dit voordeel niet. Maar nogmaals: zelfs dán is het wel mogelijk om door middel van regelmatige stimulatie de borsten melk te laten produceren.

Elke druppel telt

In hoeverre een adoptief-moeder werkelijk in staat zal zijn om melk te produceren, valt niet te voorspellen.

Maar ook als het maar een heel klein beetje is, is het de moeite waard, omdat moedermelk zulke waardevolle eigenschappen heeft. Elke druppel telt. Misschien is dit zelfs voor adoptie-baby's extra belangrijk; sommige baby's hebben immers een minder gunstige start achter de rug. Daarnaast is het lichamelijke contact tijdens het voeden aan de borst een voordeel voor moeder en kind.

Wil de baby wel?

Dan is het de vraag of de baby aan de borst wil. Veel hangt daarbij af van de leeftijd van de baby. Hoe jonger de baby, des te groter de kans dat hij de borst accepteert. Soms zijn daar wat truukjes en hulpmiddelen voor nodig, evenals veel geduld en inventiviteit van de moeder.

De moeder kan van tevoren al hulp inroepen van een lactatiekundige om een lijst van mogelijke voorbereidingen te maken. Na de komst van de baby kan de lactatiekundige helpen bij het aanleggen van de baby.

Aanvullende voeding via hulpset

Als een baby naast de moedermelk aanvullende voeding nodig heeft, dan kan die gegeven worden wanneer de baby de borst pakt, door middel van een borstvoedings-hulpset.

Hierbij heeft de moeder een container met voeding (gekolfd, donormelk of kunstmatige zuigelingenvoeding) om de nek hangen. Vanuit de container loopt een dun slangetje over de borst naar de tepel, waar het vastgeplakt zit met tape. De container heeft een ventiel waardoor de melk door het slangetje uit de container gezogen wordt, zodra de baby aan de borst zuigt.

Op deze wijze is het mogelijk om alle voeding die de baby nodig heeft, te geven aan de borst.

Het gebruik van een hulpset is wel even wennen. Veel moeders geven echter aan dat ze blij zijn dat ze de baby op deze manier kunnen voeden, omdat ze het lichamelijke contact van het borstvoeden kunnen combineren met het geven van bijvoeding.

Medicijnen

Een ander hulpmiddel kan zijn: het gebruik van medicijnen die de melkproductie stimuleren. Naast het gebruik van medicijnen is het dan nodig de borsten door middel van kolven of voeden te stimuleren. Hiermee kan al voor de thuiskomst van de baby begonnen worden.

Het gebruik van medicijnen en/of het stimuleren van de borsten kan een dusdanige verandering van hormonen bij de moeder geven, dat zij kan merken dat haar cyclus anders is dan eerst. Ook de mate waarin dit verschijnsel optreedt verschilt per moeder.

Deskundige hulp

Wanneer u de borstvoeding al op gang wil proberen te krijgen vóór de baby thuiskomt, dan is het raadzaam een lactatiekundige of andere deskundige in te schakelen. Die kan uitleggen op welke manier en hoe vaak de borsten gestimuleerd kunnen worden (door massage, kolven en/of medicijnen).

Ook het uitwisselen van ervaringen met andere moeders die adoptiekinderen voeden of gevoed hebben, kan nuttig zijn.