Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

1 januari 2000 door Maaike Verrips

Koekje wordt toetje. Een klassiek geval

Mijn dochtertje van 2.5 jaar praat vrij goed, ze maakt zinnen van soms wel 10 of 15 woorden. Ook kent ze heel veel liedjes uit haar hoofd en zingt deze foutloos. Het enige wat ze niet kan is de letter K zeggen. Ze blijft deze consequent vervangen door een T. Wel hoort ze het verschil, want als ze om een "toetje" vraagt en ik vraag dan of ze een toetje wil, dan zegt ze neeee, een ToeTje. En als ik dan zeg, o een koekje, dan zegt ze: ja dat zei ik toch?! Moet ik dit corrigeren, of komt dit vanzelf goed?

Antwoord

Nee, u hoeft dat niet te corrigeren denk ik, want het zal waarschijnlijk vanzelf wel goedkomen. En het is maar de vraag of uw correcties zouden helpen, want misschien merkt ze het verschil tussen uw uitspraak en de hare nog helemaal niet op. Ik zal dat straks nader toelichten.

Overigens is het verschil tussen
t en
k erg klein:
t en
k zijn twee klanken uit dezelfde familie: de stemloze plofklanken. Het verschil tussen die twee is de plaats van articulatie. De
t 'ploft' vlak achter de tanden en de
k 'ploft' achterin de mond. Uw dochter vervangt de
k dus niet door zomaar een willekeurige andere klank, maar door een zeer nauw verwante klank.

Klassiek voorbeeld

In de wereld van het kindertaalonderzoek zijn zulke gesprekken als die u citeert klassieke voorbeelden waarmee men onder andere wil aantonen dat er behalve een woord-geheugen in de hersenen ook een invoer- en een uitvoer-systeem moeten bestaan. Dat is overigens bij volwassenen net zo als bij kinderen.

Hoe werkt het?

In het woordgeheugen zit gewoon
koekje, met een omschrijving van de klank en de betekenis. Als u
koekje zegt, hoort uw dochter een bepaald akoestisch signaal dat door haar 'invoersysteem' vertaald wordt naar de woordvorm
koekje in haar geheugen. Ze herkent
koekje telkens als u het zegt, dus dat invoersysteem werkt goed.

Daarnaast heeft ze echter ook een uitvoersysteem. Dat vertaalt de woordvormen in instructies voor mond, tong en lippen. Ergens in dat uitvoersysteem gaat het bij de
k's van uw dochter mis. Alle
k's worden daarom uitgesproken als
t's.

In haar woordgeheugen en haar invoersysteem kan ze heel goed de
t en de
k onderscheiden, dus als u
ToeTje zegt, hoort ze dat dat niet hetzelfde is als
koekje, en zoekt ze in haar geheugen naar de woordvorm
toetje. Maar in haar uitvoersysteem gaat het mis: als ze
koekje wil zeggen, komt er
toetje uit. Misschien hoort ze het verschil tussen haar eigen uitspraak en die van u nog niet eens. Ook het luisteren naar de eigen spraak moet zich immers in de loop van de tijd ontwikkelen.