12 mei 2006 door Nadia Eversteijn

Mijn zoontje praat in kromme zinnen. Moet ik doorgaan met de tweetalige opvoeding? (2½ jr)

Ik heb drie kinderen: twee meisjes van 8 en 5, en een jongen van 2½ jaar. De oudste twee zijn alleen Nederlandstalig opgevoed en spraken bijzonder snel (met 2 jaar eigenlijk al in volledige zinnen).

De jongste heb ik vanaf zijn geboorte tweetalig – Nederlands en Engels – opgevoed. Ik wilde dit bij de twee oudsten ook al doen, maar ik liet mij toen vertellen dat dit niet mogelijk was omdat ik zelf geen
native speaker ben. Mijn Engelse vrienden hebben mij uiteindelijk overgehaald om het bij de derde wel te doen, omdat het voor hen zelfs moeilijk te horen is dat ik geen native speaker ben.

Nu hebben we dus de "vreemde" situatie thuis dat ik Engels spreek met mijn zoontje en Nederlands met de meisjes. Maar ondertussen hebben de meisjes al aardig wat Engels opgepikt, dus dat is leuk meegenomen.

Er wordt dus zeer wisselend gesproken bij ons, omdat ik niet consequent één taal kan spreken. De meisjes spreken immers geen Engels. Mijn zoontje lijkt alles te verstaan, maar spreekt meestal Nederlands terug, met af en toe een Engels woordje. Zijn taalgebruik loopt achter voor een kind van 2½. Hij praat in "kromme" zinnen.

Ik twijfel op dit moment dus heel erg of ik ermee door moet gaan, omdat het lijkt alsof hij een taalachterstand heeft in het Nederlands. Komt dit wellicht doordat ik steeds switch van taal naar taal?

Antwoord

U voedt uw zoontje op een consequente manier tweetalig op; zijn opvoeding kan dan ook niet leiden tot een taalachterstand. Misschien is hij gewoon een trage(re) prater.

Hieronder zal ik toelichten waarom ik uw tweetalige aanpak wel degelijk consequent vind, ook al switcht u vaak van taal. Daarna zal ik een paar factoren bespreken die invloed hebben op het tempo waarin kinderen leren praten.

Consequent zijn

U kunt zich kennelijk zó goed in het Engels uiten, dat uw Engelse vrienden u niet van een native speaker kunnen onderscheiden. In dat geval is het een verantwoorde keuze om uw kind ook in die taal op te voeden. (Zie ook:
Mijn Engels is uitstekend. Kan ik mijn kinderen dan tweetalig opvoeden?.)

Bij meertalig opvoeden is het belangrijk dat de opvoeders redelijk consequent zijn in hun taalkeuze, zodat een kind leert om de twee (of meer) talen in zijn omgeving goed uit elkaar te houden. Vaak gebeurt dat doordat iedere ouder een vaste taal tegen het kind spreekt.

Bij u is het echter niet de spreker van de boodschap, maar zijn het de ontvangers die bepalen welke taal er gesproken wordt. Spreekt u uw dochters aan, dan praat u Nederlands. Maar als u zich tot uw zoontje richt, dan praat u Engels.

Deze variant is wat minder gebruikelijk, maar als u hem redelijk consequent toepast, is er niets mis mee. Honderd procent consequent zijn kan natuurlijk nooit, en dat is ook helemaal niet erg.

Zo vreemd is uw variant trouwens ook weer niet. Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat een ouder zijn moedertaal praat tegen een kind, maar Nederlands spreekt tegen de andere ouder. In zo'n geval is het kind er ook aan gewend om een andere taal te horen, op momenten dat het niet direct aangesproken wordt.

Nederlands met af en toe een engels woordje

Het is niet verwonderlijk dat uw zoontje voornamelijk Nederlands spreekt, met af en toe een Engels woordje. U bent namelijk de enige in zijn directe omgeving van wie hij Engels hoort; alle anderen praten Nederlands. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat hij meer Nederlands dan Engels taalaanbod ontvangt, en daardoor het Nederlands beter actief leert beheersen.

U vertelde echter dat het taalgebruik van uw zoontje achter loopt voor een kind van 2½. Hij praat in 'kromme zinnen', zegt u. Helaas vertelde u niet hoe lang de zinnen zijn die uw zoontje maakt, en geeft u ook geen voorbeeld van een zo'n 'kromme' zin. Ik kan dus moeilijk beoordelen hoe zijn taalgebruik er nu eigenlijk uitziet.

Maar zelfs als u dat soort aanvullende informatie wél gegeven had, dan zou het nog steeds moeilijk te beoordelen zijn of uw zoontje daadwerkelijk achterblijft in zijn taalontwikkeling, en zo ja, of dat zorgwekkend is. Het tempo waarin de taalproductie van peuters zich ontwikkelt, verschilt namelijk sterk van kind tot kind.

Taalontwikkeling

Heel globaal kun je zeggen dat de meeste kinderen rond hun 2e verjaardag twee-woordzinnen kunnen produceren, en dat dat rond hun 3e verjaardag is uitgegroeid tot zinnen van ongeveer vijf woorden. Over het algemeen zijn meisjes iets sneller in hun taalontwikkeling dan jongetjes. Het aantal uitzonderingen is echter aanzienlijk.

Van meertalige kinderen bekend dat de eerste woordjes vaak wat langer op zich laten wachten dan bij eentalige leeftijdsgenootjes. Dat is ook niet zo gek, als je bedenkt dat meertalige kinderen een diverser taalaanbod krijgen dan eentalige. Misschien moeten ze al die klanken gewoon wat langer laten 'bezinken', voordat ze overgaan tot actieve taalproductie. Die wat langere 'stille periode' lopen ze daarna gewoon weer in.

Tot slot bestaat er nog zoiets als een aangeboren talent voor talen. Sommige kinderen leren sneller lopen dan andere. En sommige kinderen leren sneller praten dan andere.

Snelle praters

Uw dochters waren snelle praters, die met 2 jaar al in volledige zinnen spraken. Dat is erg vroeg. U zult dus begrijpen dat het eigenlijk niet mogelijk is om de taalontwikkeling van uw dochters te vergelijken met die van uw zoontje, omdat er veel te veel verschillen zijn (zie boven).

Vermoedelijk heeft uw zoontje gewoon wat meer tijd nodig. Mocht u zich zorgen blijven maken, dan kan het natuurlijk nooit kwaad om een logopedist te raadplegen. Maar op dit moment zie ik nog geen aanleiding tot ongerustheid.

Taalachterstand en meertaligheid

In ieder geval worden taalachterstanden nooit
veroorzaakt door een meertalige opvoeding. Er kan sprake zijn van een meertalige opvoeding, en er kan sprake zijn van een taalachterstand, en beide kunnen in combinatie voorkomen, maar als dat gebeurt is er nooit een verband tussen die twee.

Alsnog overschakelen naar een eentalige opvoeding kan een eventuele achterstand dan ook nooit voorkomen of oplossen. U kunt uw 'bijzondere' tweetalige opvoeding dus hoe dan ook gewoon voortzetten. Ik wens u daarbij veel plezier en succes!