22 september 2006 door Christine Clement

Moeite met de L-klank. Waarom zegt mijn zoontje wel 'bal' maar niet 'ballen'? (3 jr)

Mijn zoontje is 3 jaar en kan heel goed praten. Met zijn zinsbouw en zijn woordenschat gaat het prima. Het enige wat hem niet lukt, is het uitspreken van de L in een woord als 'ballen'. Hij maakt er daar een J van, en zegt dus 'bajjen' in plaats van 'ballen'. Het woord 'bal' (enkelvoud) kan hij echter wel zeggen.

Tot welke leeftijd mogen kinderen dit soort fouten maken?

Antwoord

Ik kan me levendig voorstellen dat het u verbaast dat uw zoontje de L in het ene woord wel goed kan uitspreken, maar in het andere niet. Zeker als die woorden veel op elkaar lijken, zoals
bal en
ballen.

Toch is het heel normaal en goed verklaarbaar. Waarschijnlijk zult u nog een jaartje geduld moeten hebben tot hij ook
ballen kan zeggen.

De plaats van een klank is belangrijk

De leeftijd waarop klanken geleerd worden, is variabel. Er zijn namelijk makkelijke klanken (zoals de M en de P, denk aan
mamma en
pappa, wat kleine kinderen al snel kunnen zeggen) en moeilijke klanken. Vooral de R is berucht, maar ook de L is moeilijk. Makkelijke klanken worden eerder geleerd dan moeilijke klanken.

Ook de plaats van een bepaalde klank in een woord kan verschil uitmaken: vooraan, achteraan, of in het midden. Zo is bijvoorbeeld de M aan het begin van woorden gemiddeld al bij 1½ jaar geleerd, maar aan het einde van woorden gemiddeld pas ruim na de 2e verjaardag! De klinisch linguïste Mieke Beers (die van 2002 tot 2004 voor Ouders Online werkte) heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan bij Nederlandstalige kinderen.

Dat de plaats in het woord zo bepalend kan zijn voor de leeftijd waarop klanken gemaakt kunnen worden, heeft te maken met allerlei factoren. Ik zal er enkele noemen.

Beginklanken zijn makkelijker waarneembaar

Meestal zijn de klanken aan het begin van een woord gemakkelijker waar te nemen dan klanken aan het einde van een woord.

Ook is het wat makkelijker om lastige klanken uit te spreken als die aan het begin van een woord staan, dan wanneer ze het einde van een woord staan. Dat komt waarschijnlijk doordat je een lastige klank aan het begin van een woord even kunt 'voorbereiden' (dat gaat onbewust, en binnen een fractie van een seconde), wat niet kan als die klank aan het einde van een woord zit.

Klanken in het midden van woorden zijn vaak nóg weer een stapje moeilijker. Dat komt doordat de woorden waarin dit probleem zich voordoet, langer zijn en dus iets complexer om uit te spreken. Er moeten dan meer klanken uitgesproken worden en dat vergt net wat meer vaardigheid in het articuleren.

Lastige klanken

Nu terug naar uw vraag. Wat is er met die L aan de hand? Om te beginnen zijn de L en de R voor Nederlandstalige kinderen de moeilijkste medeklinkers, die dus het laatst worden geleerd.

Daar komt ook nog eens de positie van die klanken bij. De L aan het begin van een woord wordt gemiddeld pas omstreeks 2½ jaar goed uitgesproken, maar aan het einde én in het midden van een woord gemiddeld pas na de 4e verjaardag!

Al met al hoeft u zich dus geen zorgen te maken over de uitspraak van uw zoontje. Wat hij doet is volgens het boekje.