22 november 2002 door Joanna Sandberg

Onze dochter (15) zegt dat ze uit huis wil. Wat moeten we doen?

We hebben een gezin met drie kinderen: een meisje van ruim 15 en twee jongens (van 11 en 13). Zelf zijn we 45 en 46 jaar oud en we werken allebei (fulltime en 75%).

Onze dochter komt steeds verder van ons af te staan. De eerste drie jaren voortgezet onderwijs (VWO/HAVO, later HAVO) gingen niet al te best. Ze had problemen zich te concentreren en kletste meer dan dat ze aandacht voor de les had. We besloten – na de nodige tegenstribbelingen – dat een andere school misschien een nieuwe positieve start was.

Wat betreft de leerprestaties werd het inderdaad een stuk beter, maar de verhoudingen binnen het gezin zijn nu om te snijden.

Vreemd is het dat onze dochter totaal geen contacten meer heeft met de vele vriendinnen waarmee ze toch drie jaar in de klas heeft gezeten. We hebben onze dochter inmiddels meer vrijheden gegeven na de vele conflicten over van alles. Later thuiskomen, zak- en kleedgeld, kamer opgeknapt, enz.

Ze zegt dat ze niet meer bij ons wil wonen. Ze heeft al een keer na een hooglopende ruzie voor drie weken bij een kennis van haar gelogeerd. Na gesprekken met de huisarts (ook een keer met z'n vieren) hebben we het thuiswonen weer geprobeerd. Nu geeft ze aan weer tijdelijk weg te willen bij ons. Op haar been heeft ze met een naald "I hate you" gekrast.

U begrijpt dat we langzamerhand wanhopig worden. Wat moeten we doen?

Antwoord

Kort samengevat zijn de problemen met uw dochter begonnen vanaf de overgang naar de brugklas. Sindsdien duren de problemen voort en lijken ze ook steeds ernstiger te worden.

U vertelt het een en ander over de situatie thuis en op school, maar u vertelt ook een heleboel dingen niet. Bijvoorbeeld:

  • Hoe was uw dochter vóór de overgang naar de middelbare school?
  • Hoe was haar contact met leeftijdgenoten?
  • Hoe waren de relaties binnen het gezin totdat ze problemen kreeg?
  • Hoe zijn de verhoudingen tussen uw kinderen onderling, en zijn die eventueel veranderd door de problemen?
  • Is er ooit eerder hulp voor haar of een ander gezinslid geweest?
  • Hoe is de stemming van uw dochter?
  • Heeft zij goede vriendinnen?
  • Hoe komt het dat de verhoudingen binnen het gezin nu om te snijden zijn? Heeft u haar misschien tegen haar wil gedwongen om naar een andere school te gaan?
  • Wat betekent het dat u uw dochter meer vrijheden heeft gegeven? Hanteerde u daarvoor te strenge regels?
  • Zijn de leden van uw gezin gewend om met elkaar te praten over emoties?
  • Hoe is het gezinsklimaat?
  • Wat zijn uw dochters argumenten om (tijdelijk) uit huis te gaan?

Waslijst

U ziet: een hele waslijst van vragen. En dit is eigenlijk nog maar een deel van wat ik zou moeten weten om u te kunnen helpen. Mijn advies is dan ook om snel hulp te zoeken bij een professional van vlees en bloed.

De reden dat ik van alle vragen die er deze week bij mij binnenkwamen toch deze geselecteerd heb, ondanks het feit dat ik hem niet of nauwelijks kan beantwoorden, is om u – en al diegenen die meelezen – ervan te doordringen dat moeilijke problemen vaak echt moeilijk zijn. De werkelijkheid is vaak niet eenvoudig.

Om te voorkomen dat ik u helemáál met een kluitje in het riet stuur, zal ik hieronder nog een paar algemene dingen over uw situatie toevoegen.

Kind-factoren

Duidelijk is in ieder geval dat uw dochter niet gelukkig is, en u ook niet. Daarbij spelen zeker een aantal 'kind-factoren' een rol, zoals de onmacht om goed met boosheid om te gaan.

Zo vraagt ze op een rare manier aandacht door zichzelf te beschadigen en op haar been 'I hate you' te krassen.

Gezins-factoren

Naast de kind-factoren zijn er waarschijnlijk ook 'gezins-factoren' die de problemen van uw dochter onderhouden of misschien zelfs versterken.

Het is namelijk mogelijk dat uw dochter zich al lange tijd rot, boos en verdrietig voelt, en dat u – in plaats van daarop 'intunen' – alleen reageert op haar lastige gedrag.

Ook is het mogelijk dat uw dochter nu met gek gedrag, zoals het krassen op haar been, aandacht vraagt voor hoe zij zich werkelijk voelt.

Verder betekent het feit dat uw dochter geen contact meer heeft met haar oude schoolvriendinnen misschien meer dan u denkt.

Hoe nu verder?

Ik zou u adviseren om via uw huisarts naar het RIAGG te gaan. Het lijkt mij goed als een kinder- en jeugdpsychiater met uw dochter praat, en mogelijk wordt er ook gezinstherapie geadviseerd.

Uw dochter heeft vast geen zin om te gaan, net als de meeste pubers, maar waarschijnlijk kunt u haar wel uitleggen dat u erg bezorgd bent om haar, en dat u daarom hulp zoekt. Eventueel kunt u zich ook wat dit betreft laten helpen door uw huisarts. U kunt hem vragen om samen met uw dochter te praten over verdere psychische hulp.