Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

20 mei 2005 door Nanny Gortzak

Waarom kwam mijn borstvoeding niet op gang?

Toen mijn zoontje twee jaar geleden werd geboren, was ik vastbesloten om borstvoeding te geven. Ik had me goed ingelezen. Over de begeleiding in het ziekenhuis na de bevalling en over de begeleiding van de kraamhulp had ik niet te klagen. Toch is het helaas niet gelukt. De voeding kwam ondanks regelmatig aanleggen en kolven maar niet goed op gang. Ik had geen toeschietreflex (ook niet met neusspray) en stuwing heb ik ook niet echt gehad.

Ook had mijn zoontje, na een zware bevalling en vacuümverlossing, veel moeite om de tepel goed te pakken. Hij zoog niet echt goed en viel veel in slaap. Op de derde dag werd hij te geel en kreeg hij bijvoeding met een vingerspuitje.

Na een week zijn we maar helemaal overgegaan op de flesvoeding, ook omdat ik er zelf veel te gespannen van werd.

Ik weet dus niet waarom de borstvoeding niet op gang gekomen is; misschien wilde ik te graag en was ik er te gespannen mee bezig? Lag het misschien aan de zware bevalling? Kan het zijn dat sommige vrouwen gewoon niet genoeg melk hebben? Had ik nog even door moeten zetten?

Het punt is dat ik weer zwanger ben en dat ik toch wel graag borstvoeding zou willen geven. Maar ergens ben ik bang dat de voeding niet goed op gang zal komen en dat het weer niet gaat lukken. Wat kan ik doen zodat de borstvoeding deze keer wel gaat lukken?

Antwoord

Eigenlijk zijn er maar heel weinig vrouwen bij wie borstvoeding écht niet mogelijk is (als gevolg van stoornissen in de borstontwikkeling). Toch kunnen er wel degelijk allerlei oorzaken zijn waardoor de melkproductie toch niet – of niet goed – op gang komt.

Mogelijke oorzaken kunnen onder andere zijn:

  • veel bloedverlies tijdens de bevalling;
  • hormonale afwijkingen, vaak vooraf gegaan door vruchtbaarheidsproblemen;
  • problemen met de schildklier of de suikerhuishouding;
  • zwaar letsel of operaties aan de borsten;
  • het gebruik van bepaalde medicijnen;
  • achtergebleven resten van de placenta en/of de vliezen in de baarmoeder.

Het is altijd erg moeilijk om achteraf na te gaan wat er destijds precies is misgegaan, te meer omdat er ook sprake kan zijn van een combinatie van factoren.

Spanning

U vroeg zich af of spanning van invloed is op dit hele proces. Dat kan zeker zo zijn, want door de spanning verloopt het toeschieten van de melk vaak moeilijker. En daardoor is het voor een baby lastiger om goed aan de borst te blijven drinken of om goed te kolven. Daardoor is het moeilijk om de melkproductie – voor zover die al op gang is gekomen – in stand te houden.

Ook vroeg u zich af of u meer had moeten doorzetten. Dat is voor een ander heel moeilijk te beoordelen: alleen uzelf weet hoe u zich voelt onder de omstandigheden. En alleen u kunt beslissen of u wilt doorgaan, en zo ja - en hoe lang.

Problemen bespreken

Al tijdens uw huidige zwangerschap kunt u met een lactatiekundige uw ervaringen en problemen van de vorige keer doorspreken. Samen met haar kunt u nagaan of er misschien lichamelijke oorzaken te vinden zijn, die van invloed zijn geweest op het niet goed op gang komen van de melkproductie, en of die misschien nog steeds actueel zijn.

Vervolgens kan de lactatiekundige samen met u een plan opstellen voor de eerste dagen na de bevalling, zodat u houvast heeft en weet wat u kunt doen om de productie op gang te krijgen.

Ook kunt u nu al met haar doornemen wat uw grenzen zijn en hoe u eventueel wilt bijvoeden, als dat nodig is.

Tijdens het consult kunt u ook informatie krijgen welke technieken (waaronder ontspanningstechnieken) bruikbaar zijn om de melkstroom goed op gang te krijgen en te houden. Zowel bij het voeden als bij het kolven.

Elke keer anders

Tenslotte nog dit: elke zwangerschap, elke bevalling en elke baby is anders. Het kan dus heel goed mogelijk zijn dat uw ervaring deze keer totaal verschilt van uw eerste borstvoedingservaring.

Veel moeders merken dat bij een tweede baby de melkproductie sneller en beter op gang komt. Als er geen sprake is van ontwikkelingsstoornissen, dan is de kans aanwezig dat uw ervaring deze keer een stuk positiever zal zijn.

Ik wens u alvast veel succes!