1 februari 2000 door Dido Michielsen

21. Loslaten, nu al

Dido Michielsen is moeder van Lisa-Xiu en Lin. In haar maandelijkse column vertelt Dido over alle ins en outs van het adoptie-ouderschap.

Ik moet al een paar weken contact opnemen met de basisschool van Lisa-Xiu. Een gedroomd schooltje, in het bos. Klein, vriendelijk en veilig. Dat ze er terecht kan, wekt de jaloezie van vrienden uit de buurt, wier kinderen naar een grotere school gaan. Ik zou ze bellen om een wen-programma af te spreken. Lisa is bijna vier en roept constant dat ze naar school gaat, straks, en tot mijn geluk zegt ze er steeds bij dat mama ook mee moet. Maar nu is het alweer kwart over vijf, dus te laat om nog te bellen. Morgen dan maar?

Iedere ouder kent dit gevoel natuurlijk, maar mijn zelfmedelijden krijgt nog meer ruimte doordat ik steeds denk: en we missen al de eerste tien maanden van haar leven, het is nog veel te vroeg om haar van huis te laten gaan. Alsof ze al meteen op kamers zit. Ook een aardige: haar zusje is er net, kan ik het die wel aandoen om Lisa, door haar Ssaaa genoemd, naar school te laten gaan? Waarbij ik maar even voor het gemak vergeet dat Lin dolgelukkig is op de momenten dat ze exclusieve aandacht van ons krijgt.

Broodtrommel kopen

Lisa begrijpt vast niet waarom ze voortdurend gegrepen en geknuffeld wordt, of waarom ik bij het boodschappen doen een school-vrije route kies. Ik doe er wel wat aan hoor, laatst heb ik zelfs al een Bert & Ernie broodtrommeltje gekocht, met tranen in m'n ogen.

Nog zo'n onoverkomelijk probleem: hoe moet dat nu, als ik Lisa achter moet laten en Lin wel mee mag naar huis. Zal Lisa dat begrijpen, of, met haar adoptie-achtergrond (daar is-ie weer) denken dat ik niet meer van haar houd? Het lijkt wel een bezoek aan de tandarts. Je weet dat het moet gebeuren, maar je maakt steeds maar geen afspraak. En wat er volgens mij ook bij komt kijken is dat ik het ze gewoon niet gun, die juffen daar op school. Mogen zij mijn kind alles leren en bijbrengen, worden zij belangrijk in haar leven.

Als er iemand is die last heeft van verlatingsangst of gebrek aan exclusiviteit, ben ik dat wel -- niet zìj.