Check onze 10 slimme tips om geld te besparen op je volgende gezinsvakantie

1 maart 2000 door Dido Michielsen

22. De angst voor de ander

Dido Michielsen is moeder van Lisa-Xiu en Lin. In haar maandelijkse column vertelt Dido over alle ins en outs van het adoptie-ouderschap.

Onlangs zei Catherine Keyl tegen haar publiek: adoptieouders leven altijd met de angst dat hun kinderen meer van hun biologische moeder zullen gaan houden, als ze die tenminste hebben gevonden. Om die reden wilde een stel aspirant-adoptieouders, dat met ons de verplichte cursus vooraf volgde, het liefst een kind dat kip noch kraai bezat, zodat het nooit zou terugverlangen naar zijn land van herkomst.

De angst zat er bij voorbaat stevig in. Onnodig, volgens mij, maar ik moet wel toegeven dat de gedachte aan de moeders die mijn dochters gedragen en gebaard hebben, verwarde gevoelens bij me losmaakt.

Identiteit ontwikkelen

De tijd van de 'gesloten adoptie’, die gebaseerd is op het rigoureus verbreken van oude banden, is definitief voorbij. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat het voor het kind beter is om wèl zoveel mogelijk over zijn verleden te weten. Het lijkt bijna of de identiteit van een geadopteerde nooit volledig ontwikkeld zal raken als de biologische ouders onbekend blijven. En dat komt natuurlijk heel vaak voor.

Moet je misschien juist opgelucht zijn als er niets bekend is over de geboorte-ouders van je kind? Omdat dit betekent dat het dus ook geen vruchteloze of teleurstellende zoektocht hoeft te ondernemen? Of moet je blij zijn als je kind z’n geboortemoeder vindt, zelfs als die vrouw daar doodongelukkig van wordt of het contact ontzettend tegenvalt?

Ik weet het niet. Ik vind het gewoon als mijn meisjes mij ‘mama’ noemen. En ik probeer ze heel voorzichtig, zonder drama of gedram, bij te brengen dat er nog een andere moeder in hun leven is. En intussen ben ik erg blij dat ze nog zo klein en ongecompliceerd zijn. Net alsof ik nog even de tijd heb om een stevige emotionele basis te leggen, voordat de echte levensvragen bij ze opkomen.

Niet op zoek willen

Naar de zogeheten 'adoptiedriehoek', gevormd door geboorte-ouder(s), kind en adoptieouders, wordt momenteel onderzoek gedaan. Om precies te zijn: adoptiekinderen van Nederlandse afkomst worden gevolgd bij hun zoektocht naar hun afstandsmoeder, en ook de reacties van de adoptieouders worden hierbij betrokken.

Het onderzoek gaat nog een tijd duren, maar toen ik onlangs Myriam Kaptein, één van de onderzoekers, aan de telefoon had, vertelde ze dat er ook een groep geadopteerden meedoet die niet op zoek is.

Dat is natuurlijk ook een mogelijkheid, schoot er door me heen. Alleen die kinderen, zo zei Kaptein, hadden weer last van het idee dat er iets niet in orde bij hen was omdat ze geen behoefte hadden aan een zoekactie. Er is ook altijd wat. Ik kijk nu al uit naar de resultaten van het onderzoek; jammer dat die pas over een paar jaar bekend zijn.