22 december 2001 door Dido Michielsen

33. Soort kent soort

Dido Michielsen is moeder van Lisa-Xiu en Lin. In haar maandelijkse column vertelt Dido over alle ins en outs van het adoptie-ouderschap.

Ik kan ze herkennen, echt waar, die adoptie-ouders in spe. Net als homo's beter dan wie ook in staat zijn om andere homo's te spotten, en net als stotteraars kunnen horen dat iemand ooit gestotterd heeft, zo kan ik aan de lichaamstaal van mensen zien of ze op een wachtlijst staan.

Ik zie hoe mijn kinderen bij hen een reflex oproepen. Ze buigen lichtjes richting Lisa-Xiu of Lin en kijken elkaar eventjes aan. Ze moeten zich weerhouden om hen aan te raken, en grijpen – in geval van een echtpaar – elkaar bij gebrek aan beter maar stevig vast.

Anders

Ik herinner me dat het anders is dan verlangen naar een biologisch-eigen kind. Er zijn momenten geweest dat ook ik het niet meer aankon om maar één blik in kinderwagens te werpen (wat erg lastig is, als je in het Vondelpark wandelt).

Maar je houdt je goed en laat niets aan de ouders merken. Het maakt je weemoedig, verdrietig of gewoon jaloers. Omdat het tamelijk 'gewoon' is dat mensen een gezin vormen, ben je er wellicht ook beter tegen gewapend. Je kan immers de straat niet meer op als elke baby of peuter je tot tranen toe roert.

Algemener

Het is ook een wat algemener gevoel: sommige baby's raken je tot op het bot, andere helemaal niet of weinig.

Er vanuit gaand dat tachtig procent van de adoptie-ouders vruchtbaarheidsproblemen heeft, zijn de meeste ouders op de wachtlijsten dus al aardig geroutineerd in het verbergen van hun kinderwens.

Maar sinds ze tot adoptie besloten, hebben ze er twee dingen bijgekregen: a) de aan zekerheid grenzende wetenschap dat er nu eindelijk echt een kind aan zit te komen, en b) talloze onbekende angsten voor het vreemde dat hen te wachten staat.

Bang gemaakt

Ze worden regelmatig bang gemaakt door goedbedoelende vrienden, ze krijgen cursussen waarin wordt verteld dat het nog veel erger kan, en ze weten zelf nog niet hoe ze op een kind zullen reageren. Bovendien: hoe het kind op hen reageert, moeten ze ook nog maar afwachten.

Het moment dat je in die staat bijvoorbeeld twee vrolijke Chineesjes of Colombiaantjes over het strand ziet hollen, en er twee Nederlandse ouders achteraan ziet sjokken, treft je dus onverwachts. Het maakt jouw kind wezenlijker en het doet je beseffen wat een lange weg je nog hebt te gaan. Je verlangen wordt in al z'n kwetsbaarheid blootgelegd, je weet even niet of je moet lachen of huilen.

Ik heb zitten janken in een restaurant omdat er onverwachts een Chinees kleutertje langsliep; ik heb me op m'n knieën geworpen voor kinderen van de eigenaars van een Chinees-Indisch restaurant.

Kerst met Lisa-Xiu en Lin

Dit jaar vieren we alweer voor de vijfde keer kerst met Lisa-Xiu en voor de derde keer met Lin. En het voelt nog altijd als een geschenk.

Daarom wens ik voor 2002 dat alle wachtlijsten snel verdampen, als sneeuw voor de zon. Dat geen kind onnodig lang in een tehuis op z'n nieuwe ouders hoeft te wachten, en dat geen vader of moeder te lang alleen is in de lege kinderkamer.