30 april 2004 door Anita Schmidt

39. Nienke

Bijna iedereen denkt er wel eens over om de boel de boel te laten en te emigreren naar een warm land. Bij de meesten blijft het bij mijmeren, maar Anita Schmidt deed het. Samen met haar man Oscar en drie kinderen (toen 5, 3 en 1) vertrok ze in augustus 2001 naar Spanje. Sinds die tijd houdt ze ons op de hoogte van haar avonturen in den vreemde.

Waarin Anita vertelt hoe haar oudste kind zich na drie jaar volkomen thuis voelt.

Nienke was 5 jaar toen we uit Nederland vertrokken en is nu net 8 geworden. Van de drie meiden is zij de enige die het hele emigratieproces echt bewust heeft meegemaakt. Ze begreep dat ze haar school, haar vriendinnetjes, haar vertrouwde leventje moest achterlaten. Ze begreep ook dat ze samen met papa en mama zou gaan, en dat die haar niet in de steek zouden laten.

Ze sprak geen woord Spaans maar moest wel meteen naar school in Spanje, alleen, zonder haar zusjes.

Nienke

Nienke



 

Op mijn vraag wat ze ervan vond om naar Spanje te vertrekken, antwoordde ze zonder aarzelen: "Ik vond het eerst niet leuk, maar daarna wel. Eerst moest ik mijn vriendjes achterlaten maar nu heb ik mijn vrienden hier. In Nederland regent het en hier heb je zon. Verder heb je hier bergen en bomen en in Nederland is alles plat..."

Zo simpel is het dus. Eerst vond ze het niet leuk maar daarna wel. Wij zoeken altijd zoveel in een kinderbreintje. Zouden ze wel kunnen wennen? Zouden ze geen heimwee hebben? Zouden ze de taal wel leren? Zouden ze hier wel willen wonen?

Maar over het algemeen is een kind niet zo gecompliceerd. Het leeft zijn leven met de dag, accepteert het zoals het komt, heeft nog niet echt het besef dat er andere keuzes zijn. Het kind gaat waar de ouders gaan.

Buitenkind

Natuurlijk missen ze in het begin de vriendjes en vriendinnetjes. Net als wij volwassenen. Natuurlijk verlangen ze af en toe terug naar het oude vertrouwde. Wederom, net als wij volwassenen.

Als ik Nienke nu door de velden rondom ons huis zie struinen, of schelpen zie zoeken op de rotsen bij het strand, dan ben ik blij dat we indertijd de stap gezet hebben. Nienke is een echt buitenkind. Ze geniet van het buitenleven, de natuur, de bloemen, de dieren, de ruimte, de vrijheid.

Stapje voor stapje

Het was zeker niet allemaal rozengeur en maneschijn. Vooral het eerste jaar was zwaar. Voor Nienke en voor ons allemaal. In het eerste jaar moet je echt alles ontdekken, alles opnieuw opbouwen. Nieuwe vriendjes maken, je eigen plekje in de groep weer vinden, de taal leren. Wennen aan het Spaanse geschreeuw, het Spaanse geknuffel en gekus, de Spaanse cultuur. Maar ook: wennen aan het Spaanse systeem waarin het kind vereerd wordt en tegelijkertijd heel weinig in te brengen heeft; het is immers nog maar een kind.

Stapje voor stapje ging Nienke haar nieuwe leventje in. Ook al ging ze met veel plezier naar school, ze sprak er geen woord het eerste half jaar. Van eerst heel veel luisteren en kijken ging ze langzaamaan deelnemen. De kinderen in haar klas waren dol op haar en vonden haar reuze interessant.

Langzaam maar zeker won ze zelfvertrouwen. In het tweede jaar begon ze deel te nemen aan de buitenschoolse activiteiten. Flamenco, tennis, tekenen en knutselen. Nienke wilde overal wel aan meedoen. Taal was geen barrière meer.

Een echte Casareña

En nu, het derde jaar, weet ze bijna niet beter dan dat we altijd in Spanje gewoond hebben. Ze is een echte Casareña (inwoonster van Casares) en ze voelt zich hier thuis.

Ik vroeg haar wat nou het fijnste is van Spanje. Ze keek me verbaasd aan en antwoordde direct: "De zon natuurlijk!" En het fijnste van Nederland? "De sneeuw."

En zo is het!