Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

21 februari 2020 door Sophie Kistemaker

Boodschappen engel

Toen ik zwanger was van de tweede vroeg ik mij al stiekem af hoe andere mensen dit deden: boodschappen doen met een baby en een peuter. Ik zag andere moeders altijd heel “romantisch” de wagen duwen en de peuters heel rustig op zo’n meeloopplankje staan. Als zij het kunnen, dan kan ik het toch ook?

Dus onder de hormonen kocht ik ook zo’n meeloopplankje. Een aantal weken nadat ik bevallen was durfde ik hét aan. Het begon opzich goed, de baby sliep al snel in de wagen en de peuter ging enthousiast op het plankje staan. Of het nu ligt aan mijn lange benen of aan mijn korte armen, ik knalde tijdens het lopen steeds met mijn scheenbeen tegen de achterkant van het plankje. Ok, dan maar ernaast lopen. Ik was mega trots. Daar liep ik met mijn mannen. De oudste was ook super trots, hij benoemde alles wat hij zag (op zijn manier).

Aangekomen bij de supermarkt zag ik het dan ook nog steeds rooskleurig tegemoet. Totdat ik heel even stil moest staan om iemand voor te laten gaan bij de schuifdeuren. Mijn oudste zag zijn kans schoon en sprong van het plankje en rende er meteen vandoor. Waar ging hij heen? Oh ja, de kleine winkelwagentjes, je weet wel, die met zo’n vrolijk vlaggetje erop. De uitvinder van die dingen heeft overduidelijk geen peuter thuis. Ik probeerde het nog te voorkomen. ‘Nee lieverd kom maar op het plankje staan, dan kan je mama helpen’. Maar de blik van mijn peuter zei genoeg. Het was dit of een driftbui. Ok, ik gaf toe, ik wilde immers ook romantisch winkelen. ‘Ok, neem hem maar mee’ zei ik. ‘Kom maar, dan mag jij er dingen in doen’. Ik had deze zin nog niet uitgesproken of hij racete met het ding weg. Fijn dat het toegangshekje ook voor peuters open gaat. Zucht ok, wat nu? Eerst maar achter hem aangaan en hopen dat hij niemand zijn hielen zou raken met het kleine scheurapparaat. Zelf had ik inmiddels al een blauw scheenbeen van het plankje, wat nu niet eens meer een functie had!

Ik deed alsof ik heel rustig was van binnen maar het zweet liep al over mijn rug. Ik vond hem terug bij de toetjes. ‘Mama die, die’. Hij wees naar de Paw Patrol toetjes. Welke sadist zet die slechte kleurstofrijke toetjes op peuterhoogte? ‘Nee lieverd, we hebben thuis nog toetjes’ zei ik kordaat. Nou, en daar kwam hij dan. Dé Driftbui… En geloof me, dan is het niet makkelijk met een kinderwagen (met meeloopplankje), een klein winkelwagentje en een peuter die zich op de grond werpt. Ik liep weg met de wandelwagen. Ik deed gewoon even alsof het niet mijn kind was. Maar dat geloofde vast niemand aangezien hij schreeuwend achter mij aan kwam. ‘MAMA’!! Ik probeerde hem af te leiden. ‘Kijk eens lieverd, een mandarijn’. Wel heel slim dat supermarkten deze vaak gratis voor kinderen ergens neerleggen. Gelukkig pakte hij hem aan en stopte hij gelijk met huilen, halleluja!

Ok, waar kwam ik voor, ik probeerde me te concentreren en hield met een schuin oog mijn oudste zoon in de gaten. Maar ik moet hem toch ergens heel even uit het oog verloren zijn, want toen ik opkeek was hij weg. Een tweede zucht ontsnapte mij, we gaan maar weer op speurtocht naar de 2-jarige. Deze keer vond ik hem bij de appels. ‘Kijk mama, lekker!’ Ik keek en schrok. Hij had niet één gratis appel gepakt maar hij had uit 3 verschillende appels een hap genomen! ‘Oh nee lieverd, dat mag niet!’ Ik verschoot van kleur. Hmm wat doe ik nu? ‘Nou ja, gooi ze nu maar in je wagen’. Ik bedoelde natuurlijk het winkelwagentje maar blijkbaar is 'je wagen' een ruim begrip want hij pakte een van de aangegeten appels en gooide hem met een boogje zo in de kinderwagen, OP DE BABY! Die natuurlijk wakker schrok en het gelijk op een krijsen zette. Alle moed was inmiddels in mijn schoenen gezonken. Ik pakte de baby op en probeerde hem te sussen. Ondertussen was mijn peuter natuurlijk alweer gevlogen. Ik kon wel huilen.

Op dat moment kwam er, als een engel uit de hemel, een vrouw met mijn peuter aan de hand naar mij toe. ‘Zal ik je anders even helpen?’ vroeg ze. ‘Wat heb je nodig?’ En binnen 5 minuten had zij de paar producten die ik nodig had gepakt en in het kleine winkelwagentje gezet. Bij de kassa leidde ze de peuter nog even af en rekende ik rustig af. Ik was haar zo dankbaar en bedankte haar daardoor bijna neurotisch wel 10 keer.

Thuisgekomen legde ik de vermoeide peuter op bed en opende ik de laptop. Dit ga ik niet nog een keer doen, ik ga online bestellen. Heel veel bewondering voor andere moeders die dit kunnen maar ik heb voorlopig echt nog hulp van engeltjes nodig, desnoods maar op wielen.