11 april 2019 door Maarten van Engelen

Papa naar het consultatiebureau

Het consultatiebureau is een veelbesproken onderwerp in de wereld van de ouder. Sommigen vinden ze ouderwets, anderen vinden ze bemoeierig, maar iedereen weet stiekem dat we ook niet zonder ze kunnen. Waar leer je anders meer over de gezondheid en ontwikkeling van je kind?

Toen Louie net geboren was ben ik een keer mee geweest. Hij kreeg zijn eerste vaccinatie en ik vond het een intense ervaring. Na de prik verkrampte zijn kleine lieve gezichtje en bleef het tien seconden muisstil. Die seconden voelde als een eeuwigheid en het leek alsof alles om ons heen stilstond. De huil daarna ging door al het merg en been dat er in de kamer aanwezig was. Op dat moment leer je als ouder hoe je kind klinkt als hij echt pijn heeft.

Vorige maand was mijn vrouw verhinderd voor de afspraak en besloot ik voor het eerst als solo papa op consultatie te gaan. Het was een week nadat Louie op zijn kin gevallen was. De spoedeisende hulp heeft zijn kin toen netjes geplakt en hij droeg een enorme pleister. In de wachtruimte was ik de enige man. Ik voelde iedereen kijken naar mijn zoon, naar zijn pleister. Even had ik het idee dat de blikken zeiden: ‘Had je niet beter op kunnen letten papa!’ Gelukkig nam het gezond verstand het roer snel weer over en bevestigde ik mezelf dat de meeste mensen aardig zijn en dat iedere ouder dagelijks te maken heeft met risico's.

Het was de beurt van Louie om te wegen en te meten. Louie klampte zich als een bang aapje aan me vast. Je kon zien en voelen dat hij geen fan was van het meetapparaat. Het is ook niet fijn voor zo’n kleintje om door een vreemd persoon platgedrukt te worden in een koude metalen bak. Daarnaast moesten we hem eerder die week stevig vasthouden toen zijn kin geplakt werd. Dat was natuurlijk geen fijne herinnering. Afijn, hij ging niet akkoord met het meten en met al zijn kracht en geluid hield hij tegen. Zelfs vier handen kregen hem niet plat. De wachtruimte keek en luisterde mee alsof er een spannende film opstond.

“82 cm”, zegt de meetdame wat ongemakkelijk.

“Weet je dat zeker?”, vraag ik haar. “Het lijkt me namelijk nogal sterk dat hij in zes maanden geen centimeter gegroeid is.”

Ze geeft toe dat het geen loepzuivere meting was en stelt een extra meting voor in de kamer van de kinderarts. Ik mocht door naar de volgende ronde: het consult.

Voor me zaten twee artsen. Een oudere ervaren en een jonge onervaren. Louie was ondertussen een nog banger aapje geworden na de mislukte meting. Hij ontweek de blik van de dames en ik voelde zijn vingers in het vel van mijn bovenarm knijpen. Even was het stil tot de onervaren dame vroeg of dit zijn normale gedrag was. Bijna wilde ik roepen: ‘Wat denk je zelf!?’ maar ik hield me in. Ik vertelde ze over zijn kin en over de mislukte meting. Ze reageerden liefde- en begripvol. Ze vroegen of ze wat blokjes voor hem neer mochten leggen, om te kijken hoe hij er mee speelt. Thuis bouwde hij er al flink op los met zijn duplo en kon hij brabbelen als een kleine Brugman. Op consult bleef hij muisstil, onzeker en negeerde hij de blokjes.

“Ik kan jullie anders wel wat filmpjes laten zien?” vroeg ik de artsen met een scheef gezicht.

Dat was niet nodig. We besloten eerst even te praten over zijn ontwikkeling. Het was een fijn en warm gesprek en ik voelde dat Louie steeds wat meer zichzelf aan het worden was. Ik besloot hem van mijn schoot af te halen en wat te gaan dollen op de vloer. Ineens zag ik hem opleven, zijn pretogen straalden: hij begon te rennen, lachen en stortte zich op alles wat hij in de kamer kon vinden. Ik zag de dames lustig aantekenen maken. De positieve opmerkingen vlogen over tafel.

En toen was er dus trots, maar wel een ongepaste trots. Ik stelde mezelf namelijk de vraag: was deze trots er ook geweest als hij zijn trucjes niet had laten zien? Ja, een beetje misschien, dacht ik, maar de teleurstelling had als een schaduw over deze fragiele trots heen gehangen. Dit is dus de prestatiemaatschappij, dacht ik. En eigenlijk wil ik hier niet aan meedoen.

Een leerzaam moment voor mij. De trots moet namelijk altijd even groot zijn, ongeacht de prestatie!