Off-topic discussies Off-topic discussies

Off-topic discussies

rode krullenbol

rode krullenbol

28-01-2019 om 17:36

Blog van Rode Krullenbol


RK, ik heb tegenwoordig een betrekkelijk korte concentratieboog, waardoor ik bij de aanblik van jouw ferme lap, gevuld met bloemrijk taalgebruik, mijn aandachtspijlen meteen laat vallen. 

ik ben alweer zo'n 6 jaar geleden een Facebook groep begonnen en een van de leden schrijft ook graag blogs. Deze blogs zijn inmiddels ook in boekvorm gepubliceerd. Zij zet deze blogs op een eigen website en plaatst de link hiervan in de groep onder vermelding van "er staat weer een nieuwe blog klaar. Veel leesplezier!". Kort maar krachtig, dat kan ik aan. Liefhebbers klikken op de link, de rest heeft die behoefte niet. Misschien voor jou ook een idee?

Naar aanleiding van de verkiezingsuitslag

Talrijk zijn de scheidslijnen waarlangs een samenleving valt in te delen. Een opsomming van enkele gebruikelijke treft u aan als bijlage onder deze tekst. Slechts één blik erop en men beseft dat het alleen maar logisch is dat samenlevingen de nodige spanningen kennen. Belangen lopen nu eenmaal per definitie uiteen.

Tegenstellingen dreigen ons beeld van de werkelijkheid zwart/wit te kleuren. En als dat gebeurt, dan is dat meestal tegen beter weten in. Vrijwel iedereen beseft immers dat zich nog van alles bevindt tussen de uitersten. Open de ogen voor de zogeheten nuances/grijsgebieden en de werkelijkheid vertoont op slag meer kleur.

Maar wat nu als een persoon te weinig oog heeft voor de complexe werkelijkheid en bovendien uitersten met elkaar probeert te verenigen die zijn als water en vuur? Zo iemand noemen we in de volksmond ook wel ‘een vat vol tegenstrijdigheden’. Je kunt ze natuurlijk overal tegenkomen en de politiek vormt daarop – helaas! – beslist geen uitzondering. Wél doet zich hier nog wel eens een opmerkelijk verschijnsel voor.

Normaal roept een vat vol tegenstrijdigheden ernstige twijfels op over de geestelijke gezondheid van de persoon in kwestie. Zodra het echter gaat om een succesvolle populist, kan deze juist rekenen op uitzonderlijk veel begrip en waardering bij de achterban. Binnen het streven naar almaar groeiende populariteit en macht geldt overduidelijk het hardvochtige credo: het doel heiligt de middelen.

Zo denkt in de eerste plaats de volksmenner erover. En de aanhangers? Die komen er met enige pech stuk voor stuk precies zo over te denken. Het is dan net alsof zij collectief getroffen zijn door een soort van koorts. Aangewakkerd door het vat vol tegenstrijdigheden geven zij ‘spontaan’ uiting aan de meest onrealistische voorstellingen van zaken. Zoals gezegd: meestal tegen beter weten in. Gezamenlijk deinzen zij niet terug voor wat anderen helder zien voor wat het is: massahysterie.

De ketelmuziek die te horen valt tegenwoordig, wijst de internationale migrant aan als zondebok. Nu is het vanouds een zorg omtrent internationale migratie dat de immigranten conflict met zich mee kunnen brengen. Dat geeft immers maar onrust en ellende. Vandaar dat de samenleving sinds jaar en dag zo selectief mogelijk is bij het binnenlaten van migranten en inzet op een voorspoedige maatschappelijke integratie.

Binnen het huidige tijdsgewricht is het nota bene een anti-migratie politicus die een conflict dreigt te ‘importeren’: een heuse stammenstrijd tussen de nazaten van aardsvader Jacob – plus nog zovelen van geheel andere afkomst – en die van Ismaël. Alsof een persoonlijke band met Israël een strijd tegen de Islam op Nederlandse bodem rechtvaardigt, waarvoor dan zelfs ook nog onze Grondwet zou moeten wijken. Aduh! Hebben we hier niet juist vrijheid van godsdienst met elkaar afgesproken om een vreedzaam samenleven te bevorderen?

Nuchter beschouwd zijn de tegenstrijdigheden van Geert Wilders niet eens meer op één hand te tellen. Als onverbeterlijk autocraat participeren in een parlementaire democratie; het langst zittende Tweede Kamerlid zijn en anderen uitmaken voor ‘plucheplakker’; een monsterzege behalen, maar verongelijkt blijven doen; geen meerderheid van kiezers hebben, maar voorwenden de spreekbuis te zijn van het gehele Nederlandse volk; van iedereen onvoorwaardelijk respect verlangen, maar zichzelf het recht voorbehouden anderen stelselmatig te schofferen; primair gedreven worden door rancune en denken premier van Nederland te kunnen zijn? “Het moet niet gekker worden!” – om eens mijn moeder te citeren, alsmede de (kennelijk) vermaledijde politica Dilan Yeşilgöz-Zegerius.

Rest mij een link te plaatsen naar ‘The Arolsen Archives’: https://arolsen-archives.org/en/search-explore/. Ter illustratie van het feit dat een rechts-radicale revolutie veel meer slachtoffers maakt dan alleen de zondebok.



Bijlage




  • Geslacht: man/vrouw
  • Leeftijd: minder-/meerderjarig
  • Burgerlijk staat: gehuwd/ongehuwd
  • Woonplaats: stedeling/plattelander
  • Huisvesting: goed/slecht; huur-/koopwoning
  • Uiterlijk: mooi/lelijk, verzorgd/onverzorgd
  • Intelligentie: slim/dom
  • Scholing: wel/niet geschoold; praktisch/theoretisch
  • Positie op de arbeidsmarkt: kansrijk/kansloos; betaalde arbeid verrichtend/niet betaald krijgen voor het werk dat je doet; bedrijvig met plezierig/onplezierig werk; arbeidzaam op basis van vrijwilligheid/dwang; in loondienst/zelfstandig; met/zonder een contract; met een vast/tijdelijk contract
  • Inkomen: hoog/laag
  • Vermogen: rijk/arm
  • Levensopvatting: religieus of atheïst
  • Afkomst: binnen de landsgrenzen geboren/elders op de wereld; van arme/gegoede komaf
  • Etniciteit: wit/zwart
  • Cultuur: westers/niet westers
  • Politieke overtuiging of voorkeur: progressief/conservatief; egalitair/hiërarchisch; gematigd/radicaal; al dan niet democratisch
  • Sociale positie: behorend tot een meerderheid/minderheid
  • Karakter en gedrag: introvert/extravert; veilig/onveilig gehecht; logisch/onlogisch; spontaan/bedachtzaam; eerlijk/oneerlijk; optimistisch/pessimistisch; geduldig/ongeduldig; stabiel/instabiel; met een gezonde/ongezonde stijl van leven; consistent/tegenstrijdig; tolerant/intolerant; gedienstig/heerszuchtig; vrij van geest en handelen/obsessief; liefdevol/haatdragend; sociaal/narcistisch; net/onnet; de wet- en regelgeving eer biedend/crimineel; betrouwbaar/onbetrouwbaar






Zonet belde mijn moeder me met de mededeling dat het 'aartsvader' is en niet "aardsvader", zoals ik schreef. En aangezien zij weer eens gelijk blijkt te hebben, bied ik hierbij mijn excuses aan voor deze spelfout. 

Ik heb er nog eentje voor je: het is niet “belde mijn moeder me”, maar “ belde mijn moeder mij”.

Zussie schreef op 17-12-2023 om 12:00:

Ik heb er nog eentje voor je: het is niet “belde mijn moeder me”, maar “ belde mijn moeder mij”.

waarom? Dat mag toch allebei? Hangt er van af of het benadrukt wordt, me of mij?

Echt? Kan zijn hoor, mijn formele taalonderwijs is inderdaad al lang geleden. Is vast aangepast aan spreektaal inmiddels. 

Zussie schreef op 17-12-2023 om 13:11:

Echt? Kan zijn hoor, mijn formele taalonderwijs is inderdaad al lang geleden. Is vast aangepast aan spreektaal inmiddels.

“De onbeklemtoonde vorm was al in het Oudnederlands hetzelfde (me)”

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Mij


Weer wat geleerd.

Hel en verdoemenis

Mijn moeder mag dan chronisch grommig zijn; ze behoort absoluut niet tot het leger van cultuurpessimisten dat vandaag de dag de aardbol afschuimt – op zoek naar Joost mag weten wat. Als het erop aankomt is zij als diepgelovige nu juist een hartgrondig, alsook standvastig verkondiger van de blijde boodschap. Normaal gesproken. Deze kerst buitelde zij evenwel vierkant uit deze rol. Het viel mij en mijn naasten eerlijk gezegd nogal rauw op het dak.

Vanzelfsprekend had iedereen er wel rekening mee gehouden dat de uitslag van de verkiezingen van 22 november de gemoederen zou gaan bezighouden tijdens het kerstdiner. Om die reden hadden we vooraf in de familieapp nadrukkelijk afgesproken om politieke discussies te mijden als de pest. – Al was het maar om onze eetlust niet te bederven! Dat zou tenslotte zonde zijn van al die door ons zo zorgvuldig bereide goddelijke gerechten. – Maar het was mijn moeder die tegen alle verwachting in roet in het eten gooide door almaar uit te weiden over de politieke situatie van het moment.

“Je bent de belangrijkste tegenstrijdigheid van Geert Wilders nog vergeten te noemen in dat blog van jou”; zo voegde zij me toe terwijl ze aan het lopend buffet haar kom vulde met wat linzensoep. “Hij belooft nu wel gouden bergen, maar zal, als zijn rampzalige plannen doorgaan, ons land regelrecht ruïneren.” “Dat had ik inderdaad ook nog kunnen schrijven” antwoordde ik haar inschikkelijk.

Toch was daarmee de kous nog lang niet af. Bozig verzocht ze me om naast haar plaats te nemen aan tafel. “Tegen beter weten in, schrijf je? Tegen beter weten in? Je had veel beter kunnen schrijven: ze weten niet beter! Niemand immers legt die stumperds eens uit hoe ze hun eigen graf aan het graven zijn? Amai! Die vervloekte wens om de grenzen te sluiten! Een dergelijke actie zou onvermijdelijk uitdraaien op een algeheel bankroet van de ganse Nederlandse economie!”

Op mijn vraag hoe zij dit doemscenario voor zich zag, volgde een uitvoerige economische verhandeling over hoe een groeiend gebrek aan arbeidskrachten werkgevers zal noodzaken hun bedrijven te sluiten of te verhuizen naar een ander land. “Ik voorzie een slopend proces van stelselmatige teloorgang, waarbij verhoging van de lonen geen oplossing zal kunnen bieden. Het geld zal tenslotte eerst verdiend moeten worden. Dat lijken de mensen vergeten te zijn. Als straks de bedrijvigheid bij gebrek aan personeel langzaam maar zeker komt stil te vallen, geraken talloze mensen werkloos. Zowel de theoretisch als de praktisch geschoolden; zowel de mensen in loondienst als de ZZP’ers!”

Even lastte zij een schaftpauze in om te voorkomen dat de soep te veel afkoelde. Terwijl haar onheilspellende woorden nog doordreunden in mijn brein hervatte zij haar betoog. “Al die populisten praten die onwetenden maar naar de mond. Vermoedelijk omdat zij als politicus geen knip voor de neus waard zijn. Wel alle grutjes! Als je nog niet eens op de hoogte bent van de basisbeginselen van de economie? Wat heb je dan de politiek te bieden? Ik zeg ’t je: niets dan ellende!”

Mij enigszins aangesproken voelend, vroeg ik me hardop af: “Maar zijn de mensen die een verkeerd begrip hebben van waar hun eigenbelang ligt nog wel op andere ideeën te brengen? Het lijkt wel alsof zij hun gezonde verstand hebben verloren nadat ze als Echo verliefd zijn geworden op hun Narcissus!” “Dat is dan hopelijk slechts tijdelijk”, zei mijn moeder droogjes terug. En zij begon resoluut de kalkoen aan te snijden.

“Het is van eminent belang om ieders noden serieus te nemen. Dat zou voor zich moeten spreken”, vervolgde ze later op de avond. “Als het gaat om huisvesting bijvoorbeeld. Het is een schande dat er weer woningnood is. Maar indien onze economie vastloopt op een structureel gebrek aan arbeidskrachten? Dan zal het gehele land belanden in de slechtst denkbare situatie. Met vleugellamme werkgevers zal er helemaal geen geld meer zijn voor al die voorzieningen die wij hier zo vanzelfsprekend zijn gaan vinden.”

“Denk je dat we aankoersen op ‘the perfect storm’?” klonk het plotseling angstvallig van de overkant van de tafel vandaan. Het was mijn broer Jerome. Hij had onder het genot van een flinke pul alcoholvrij bier het gesprek kennelijk nauwlettend gevolgd. “Wat als die eigenwijze ‘eigen-volk-eerst-lieden’ overal aan de macht komen en de economieën stuk voor stuk het loodje leggen? Dan is een derde wereldoorlog niet erg ver weg!”, zo redeneerde hij.

“Met de PVV in een coalitie krijgen de rechtsextremen nóg meer kansen om onze parlementaire democratie van binnenuit uit te hollen”, verzuchtte onze mater familias. “Ik had nooit gedacht andermaal zoiets mee te maken. Het is gewoonweg verbijsterend! Geven ze dadelijk mensen het voordeel van de twijfel wier bedoelingen, gezien wat ze op het internet spuien aan gedachtes, ondubbelzinnig kwaadaardig zijn!”

Mijn broer: “We hebben het helaas in diverse landen om ons heen zien gebeuren. Al is in Polen het tij alweer aan het keren, Ma. Hier is het de waan van de dag dat wij ons zouden kunnen terugtrekken achter onze dijken naar tijden van weleer. Gezellig met een petroleumstelletje in een hoekje van de keuken.” “Ja! En als men dáár niet van terugkomt, dan … dan zal zelfs God ons land niet meer kunnen behoeden voor een catastrofe”, klonk het wanhopig uit de mond van mijn moeder.

Eenmaal in dromenland die nacht doemde bij mij onvermoed het beeld op van de film Life of Brian; maar nu met Geert, Pieter en Caroline in de rol van aspirant Messias.

Applaus voor Rodekrullenbolsmoeder! 
En het is niet enkel hel en verdoemenis he, ze heeft tenminste nog hoop dat het verlies van het gezond verstand tijdelijk is.

“Baeter eine lange nek as gooj kaart”

Terwijl Vladimir Poetin het land Oekraïne eindeloos gevangen houdt in een bloedige oorlog, Martin Bosma de Tweede Kamer snaaks voorzit, Pieter Omtzigt zijn moreel kompas methodisch raadpleegt en Sven Kockelmann pittig overuren draait, dreigt de olifant in de Kamer zo’n beetje twee derde van de Nederlandse samenleving blijvend in gijzeling te nemen. Hoogste tijd om eens een vrouw aan het woord te laten over ons landsbestuur; zeker nu de kaarten weer traditiegetrouw voornamelijk in het voordeel van ‘de’ man geschud lijken te zijn.

En wie anders komt daarvoor in aanmerking dan ‘het orakel van Rotterdam’. Ook voor haar is er immers “geen weg meer terug”? Moeder blijf je tot in lengte van dagen. Met alle verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken.

Het moet gezegd: mijn hoogbejaarde ‘mam’ was wel verbaast toen deze vervlogen nestvlieder haar vroeg naar haar gedachten. Gelukkig liet zij zich uit de tent lokken met een nuchtere constatering naar aanleiding van de huidige stand van politieke zaken binnen de Verenigd Staten van Amerika: “Al ben je zo oud als Methusalem; verstand van zaken kun je kennelijk altijd nog hebben”. Je moet ook wel een heel erg horkerig wezen wezen, wil je niet ontvankelijk zijn voor dit soort van vleierij.

Zoals te verwachten viel, bleek ze de formatieperikelen met geboeide aandacht te hebben gevolgd. Al snel confronteerde ze mij met een verrassend andere voorstelling van zaken. “De vraag is niet of de heer Wilders twee derde van de samenleving kan gijzelen. Elk van de betrokken partijen kan er tenslotte voor kiezen om niet met hem te gaan samenwerken. Al gaat die vrijheid dan mogelijk gepaard met wat zetelverlies bij de eerstvolgende verkiezingen.

Laten we alsjeblieft niet vergeten dat een coalitie over rechts zeker niet de enige mogelijkheid is. Werkelijk! Ik heb er geen goed woord voor over, hoe nu onder het mom van democratie een grote minderheid bestuurlijk buiten spel wordt gezet. Wat dat betreft ben ik het van harte met je eens, hoor. Maar de daadwerkelijk vraag – de hamvraag! – is of de heer Omtzigt de heer Wilders kan gijzelen.”

Bij het uitspreken van het woord ‘hamvraag’ had mijn moeder mij uiterst indringend, enigszins intimiderend aangekeken. Vervolgens ontspande haar blik naar die van een guitig oud dametje die een zweem van triomfantelijkheid niet kan verbergen. “Amai! Wilt u zich niet zo in raadselen hullen?”, zo vroeg ik vervolgens nieuwsgierig. En ik probeerde haar op mijn beurt aan te kijken met eenzelfde vigoureuze mimiek als die zo eigen is aan die ene deftige journalist van Op1. 

“Kijk”, hervatte zij. “De heer Omtzigt gaat ervan uit dat de heer Wilders aan afspraken te houden is. Het gemak waarmee deze laatste reeds aan het begin van de onderhandelingen een flink aantal van zijn verkiezingsbeloften in de ijskast heeft gestald, doet echter wel anders vermoeden. Zijn handel en wandel roept hoe dan ook de vraag op: is hij een man van zijn woord of een opportunistische najager van macht om de macht?”

Enfin; de toekomst zal het leren. Geert Wilders zal moeten “leveren”, zoals je nu vaak hoort zeggen, om zijn achterban tevreden te kunnen stellen. Zelf ben ik inmiddels zover dat ik neig te denken: laat het dan ook maar gebeuren. Het sluiten van de grenzen zal immers naar het schijnt de enige manier zijn om de PVV-stemmers te overtuigen van hun ongelijk.

Hoe wrang ook; het zijn zij die onevenredig getroffen zullen worden door de nefaste gevolgen. De PVV heeft immers de grootste aanhang in die gebieden waar de arbeidsintensieve economische sectoren geconcentreerd zijn. Denk aan de kassen in het Westland, de tuinbouw rond Venlo en de vleesindustrie in Noord-Brabant. Goede kans dat die economische bedrijvigheid dan vrij rap zal verdwijnen; met alle werkloosheid onder de praktisch opgeleiden van dien.

Tenzij de Nederlandse beroepsbevolking op miraculeuze wijze opeens wél geheel aan de vraag naar arbeid voldoet, natuurlijk. We zullen het zien of er bijvoorbeeld voldoende Venloërs van Nederlandse bodem te vinden zijn die de handen uit de mouwen willen steken om in de weer te gaan met de asperges.







Aartsvader met een t, maar verbaasd met een d.
(mijn hoogbejaarde ‘mam’ was wel verbaast)

Nu is een typefout zo gemaakt, maar Rode Krullenbol is een perfectionist en allergisch voor dergelijke uitschietertjes.

Flanagan schreef op 23-03-2024 om 09:55:

Aartsvader met een t, maar verbaasd met een d.
(mijn hoogbejaarde ‘mam’ was wel verbaast)

Nu is een typefout zo gemaakt, maar Rode Krullenbol is een perfectionist en allergisch voor dergelijke uitschietertjes.

Beste Flanagan,

Het is met name mijn moeder die het niet kan hebben als er eens ergens een spelfout insluipt. Zij komt nog uit het onderwijs en dat verklaart vermoedelijk e.e.a.

Overigens was jij er dit keer sneller bij dan zij om mij erop aan te spreken. Voorwaar een hele prestatie! Mijn complimenten en dank.

Brood en spelen

Ten prooi vallen aan charlatans en ten ondergaan; dat wil natuurlijk niemand! Toch is het de harde werkelijkheid dat het menigeen wél overkomt. Meestal zijn zij – achteraf bezien – op de een of andere wijze een morbide machtsspel ingetrokken. Vrijwillig, zonder dat (voldoende) te beseffen, of onvrijwillig, onder dwang.

Voorbeelden uit de praktijk te over natuurlijk, waarvan binnen het huidige tijdsgewricht het lot van de bevolking van Duitsland in de vorige eeuw misschien nog wel het relevantste voorbeeld is. Het is en blijft indrukwekkend hoe doelmatig het politieke wapen kan zijn van het tegelijkertijd inspelen op frustraties en het doen van valse beloftes. Geen wonder dat populisten maar al te snel dit wapen gretig ter hand nemen.

De motieven die eraan ten grondslag liggen zullen ongetwijfeld uiteenlopen. Van invloed willen uitoefenen binnen de parlementaire democratie tot het benutten van de politieke arena als springplank voor een algehele, bloedige omverwerping van het politieke bestel. Gaan we te rade bij het verleden, dan dringt zich een belangrijke les aan ons op: “Van achteren kijk je de koe in de kont” (achteraf praten is gemakkelijk). Maar om vóóraf te bepalen door welke motieven bepaalde populisten zich precies laten leiden? Dat is voorwaar verduiveld lastig.

Wie denkt de koe bij de horens te kunnen vatten door allerlei staatsrechtelijke voorwaarden te stellen aan de samenwerking laat zich in met een hachelijk experiment. Proefondervindelijk uitproberen of dat wellicht gunstig uitpakt, komt neer op het aangaan van een spelletje Russische roulette. Niet alleen met zijn eigen politieke (voort)bestaan als inzet, maar daarbij de democratie.

Mondiaal heeft zich een zorgwekkende stroming afgetekend die aanzet tot radicaal rechts, autocratisch of zelfs totalitair beleid. Het druist lijnrecht in tegen het gezonde verstand om te stellen dat het daarmee politiek noodzakelijk is om flink over rechts te gaan bij de te vormen coalitie in Nederland. Gezien de gegronde redenen tot zorg is er immers eerder sprake van een noodzaak tot matiging van de trend?

Straks blijkt het ‘onze’ paljas wel degelijk menens te zijn met zijn goedkope theater en ziet hij kans om al zijn kwalijke standpunten weer uit de ijskast te halen.



Ter info:


https://youtu.be/7hx4gdlfamo?feature=shared



Straks blijkt het ‘onze’ paljas wel degelijk menens te zijn met zijn goedkope theater en ziet hij kans om al zijn kwalijke standpunten weer uit de ijskast te halen.

En zo is het maar net. Bedankt Rode Krullenbol!

In mijn vorige tekst is toch nog een foutje geslopen.
Er staat nu: "Wie denkt de koe bij de horens te kunnen vatten door allerlei
staatsrechtelijke voorwaarden te stellen aan de samenwerking laat zich
in met een hachelijk experiment." In deze zin had ik het woord rechtsstatelijke moeten gebruiken i.p.v. staatsrechtelijke. Excuses!

Kantje boord

Al wekenlang zat ik op het vinkentouw om eens nader poolshoogte te nemen van haar ideeën rond de formatieperikelen. Tijdens onze jaarlijkse rondvaart in de Rotterdamse haven ter ere van haar verjaardag zag ik er eindelijk kans toe. Zoals wel vaker kwamen mijn moeder en ik al snel in een maalstroom van argumenten terecht. Ik had er zonder meer een harde dobber aan om haar te weerhouden een regelrechte ramkoers te varen.

Waar, denkt u, zullen de formerende politici aanlanden nu het ijs gebroken lijkt?

“Het is momenteel pompen of verzuipen voor de vier betrokken partijen om niet het schip in te gaan met het opstellen van een regeerakkoord op hoofdlijnen, maar ik hoop van harte dat ze al bakkeleiend bakzeil halen. De laatste loodjes wegen nog altijd het zwaarst.”

Ze zeggen ver in zee te zijn.

“VVD, NRC en BBB zitten alle drie opgescheept met iemand die onder valse vlag vaart. Om tot een coalitie te kunnen komen heeft Geert Wilders weliswaar vrijwel geheel zijn verkiezingsprogramma over boord gegooid. Het is echter een kwestie van tijd en gelegenheid – God verhoede! – eer zijn ware bedoelingen weer boven komen drijven.”

Maar hebben populisten eigenlijk wel ware bedoelingen? Leert de geschiedenis ons niet dat het eerder opportunistische volksverlakkers zijn? Meestal is er bar weinig verschil tussen populisme en nihilisme.

“Gelet op de organisatievorm van de PVV denkt Geert kennelijk zijn doelen op eigen houtje te bestevenen. Wie op deze manier zijn macht wil botvieren, zal echter vermoedelijk slechts botvangen. Dat is althans te hopen! Zes-en-dertig Kamerleden die stuk voor stuk te pas en te onpas ruggenspraak moeten houden met hun leider?”

Alsof je een lading bagger over de democratie uitstort!

“Ook op het punt van migratie is hij als een diepgaand schip waar geen land mee te bezeilen is. Best begrijpelijk, hoor, dat hij in de Haagse wateren niet mee wil varen als de mast op een schuit. Maar je dient wel ergens haring of kuit van te hebben, eer je het voortouw nemen kunt. Van wanten weten! Dáár draait het uiteindelijk om in de politiek.”

Het schijnt dat ze een programkabinet willen vormen met voor de helft deskundigen uit het veld. Tenminste; daarvan was ooit sprake.

“De onderhandelingen die daarbij komen kijken; die moet men ook maar zien te bolwerken, hè. Het zal wel geen toeval zijn, dat die ene informateur voortdurend een kleur als een boei heeft! Roeien met de riemen die je hebt, betekent overigens geenszins dat je niet tussen wal en schip kunt geraken. Die informateurs zullen zich inmiddels ook wel afvragen: in wat voor Godsonmogelijke opdracht zijn we nou toch verzeild geraakt? Eenzelfde lot is die zogeheten vakministers beschoren. Dat mag voor zich spreken!”

Wie zal niettemin bereid zijn alle schepen achter zich te verbranden?

“Ondeskundige naïevelingen die ofwel nog maar aan het begin van hun carrière staan, dan wel vlak voor hun pensioen; zo is te vrezen! Op voorhand valt te voorzien dat zij voor de haaien zijn. En wie de kapiteinsrol op zich neemt? Die zal dienen als vlag op een modderschuit.”

Een op drift geraakte modderschuit, bedoelt u?

“Dat hangt er maar helemaal van af. Het lijkt nu wel alsof de leider van de grootste ‘partij’ er maar bekaaid vanaf komt door geen premier te kunnen worden, maar die gedachte raakt kant noch wal. Vergeet niet, dat deze vier aspirant coalitiepartijen ervoor hebben gekozen elkaar de vrije teugel te laten in de Tweede Kamer. Al zou dat beneden alle peil zijn; het geeft hun de mogelijkheid om zich te manifesteren als de notoire stuurlui aan wal. Simpelweg door de zittende bewindslieden desgewenst betweterig de loef af te steken. Om dan natuurlijk aanhoudend te gaan liggen mikmakken als ze op goede gronden zouden worden afgepoeierd.”

Alle hens aan dek om het populisme de wind in de zeilen te geven.

“Bovendien zullen PVV en BBB bij voortduring proberen door de mazen van het juridische net te kruipen. Het gaat bij deze partijen tenslotte voornamelijk om verticale belangenbehartiging. Al wie tracht het algemeen belang te verdedigen, zal zeilen tegen de klippen op en zich bevuilen. Want wie tegen de wind in spuwt, maakt zijn baard vies – of hoe dat spreekwoord ook moge luiden.”

En het loopt al hand over hand de spuigaten uit met de opwarming van de aarde! Blij toe, wil het met het formeren nog niet zo vlotten.

“Al zouden ze toch een kabinet weten te vormen; geen schuit zo dicht of er komt wel een lek in. Anders moet de wal het schip maar keren.”

Ik zou zeggen: beter een anker kwijt dan het hele schip. Dan is er nog geen man overboord.”

“Ik heb er een donkerbruin vermoeden van dat die druiloor in dat geval linea recta met de noorderzon vertrekt. Naar Hongarije bijvoorbeeld.”

Nou, daar zal de mast niet van breken!

Met de rug naar de toekomst

Oh, ironie van het lot! Onze Zonnekoning zonder land kampt nu hoogstpersoonlijk met precies het probleem waarmee hij Nederland dreigt op te zadelen: een nóg dringender structureel arbeidstekort. Zou het naarstig moeten zoeken naar een nieuwe premierskandidaat hem een lesje leren of is hij daarvoor te hardleers? Het antwoord laat zich wel raden.

Zou het bovendien niet te veel van hem vragen om óók nog het thema internationale migratie in de koeling weg te stoppen? Allicht! Het is tenslotte nog zo’n beetje het enige dat is overgebleven van zijn verkiezingsprogramma in de uitkomst van de coalitieonderhandelingen: het hoofdlijnenakkoord. Onlosmakelijk heeft hij zijn naam verbonden aan de wapenspreuk ‘grenzen dicht’. Onze would-be ridder zal zich dan ook angstvallig vastklampen aan deze vermeende heilige graal. Voor hem is er op dit speerpunt eigenlijk geen weg meer terug.

Toch was het verstandiger geweest als de overige betrokken partijen zich niet zo hadden laten meeslepen in het idee-fixe dat het sluiten van de landsgrenzen soelaas zal bieden voor de problemen van Nederland. Wie de zaak nuchter en realistisch bekijkt komt namelijk al snel tot een tegenovergesteld plaatje: internationale migratie is juist van levensbelang voor onze samenleving, terwijl een al te stringent immigratiebeleid slechts desastreuze gevolgen zal hebben.

Bij een structureel gebrek aan werkenden verpietert het algehele bedrijfsleven. Dus niet alleen zogenaamde ‘ouderwetse’ ondernemingen waarvan sommigen nu in twijfel trekken of die nog wel in Nederland horen. Moderne, vitale bedrijven met een veelbelovende, mogelijk zelfs cruciale rol in de economie lopen evenzogoed het risico stil te komen liggen bij nood aan mensen.
 
Nu biedt technologische innovatie mogelijkheden om de inzet van mensenhanden overbodig te maken. Uiteraard. Maar veel werkzaamheden lenen zich daar eenvoudigweg niet voor of pas op de langere termijn. En dit gaat op voor zowel het werk dat theoretisch opgeleiden verrichten, als dat van praktisch opgeleiden.

Het klinkt zo aanlokkelijk om van bovenaf – vanuit Den Haag – een zogeheten ‘herstructurering’ van de Nederlandse economie aan te sturen. Deze plannen houden echter schrikbarend weinig rekening met de werkgelegenheid voor grote delen van de beroepsbevolking. Nota bene bij uitstek de achterban van de PVV zal er bekaaid vanaf komen; zo valt eenvoudig te voorzien.

Een simpel voorbeeld: de vleesverwerkende industrie. De verdeling van in Nederland dan wel elders geboren werknemers is daar zo ongeveer 50/50. Wie de populaire gedachtegang volgt dat die industrie maar dient te verdwijnen uit Nederland omdat zij te afhankelijk is van mensen van buiten, kiest er willens en wetens voor om eveneens heel wat banen te schrappen van in Nederland geboren werknemers.

De ervaring leert dat het voor hen nog verdraaid lastig zal zijn om aan ander werk te komen. Zo kent de voormalige mijnstreek nog altijd bovenmatig veel werkloosheid die van generatie op generatie is overgedragen; ondanks allerlei zeer kostbare werkgelegenheidsprojecten van overheidswege.

Vanzelfsprekend is werkloosheid niet het enige risico. Arbeidstekorten beperken ook de mogelijkheden om huizen en wegen te bouwen, treinen en vrachtwagens te laten rijden, goederen te distribueren, zorg te organiseren, de boel schoon te houden en ervoor te zorgen dat er voldoende betaalbare voeding beschikbaar is. Het sluiten van de grenzen zou al deze activiteiten in de knel brengen en de prijzen de pan uit laten rijzen.

De verzengende hitte van Geert’s adem in hun nek dreigt VVD, NSC en BBB colporteurs van zongebakken lucht te maken. Elk van deze partijen zal de achterban al evenzeer duperen als de PVV dat doet. Tenzij zij op hun schreden terugkeren.

Zonderling zot?

Vanwege het risico op een harde confrontatie met de wet van oorzaak en gevolg brengt het hanteren van een hamer altijd een zekere verantwoordelijkheid met zich mee. Zo mag een peuter die het houten exemplaar van hamertje-tik aangereikt krijgt er vrolijk op los timmeren, maar doet deze er goed aan om daarbij geen vingers of andere ledematen te raken. Anders is het al snel niet leuk meer.

Een arts of fysiotherapeut tikt bij het controleren van de werking van het zenuwstelsel maar beter niet al te krachtig met zijn doktershamertje op de knie van de cliënt en treft bovendien bij voorkeur de aangewezen plek, net onder de knieschijf. Zo niet? Dan veroorzaakt het neurologische onderzoek in kwestie mogelijk nog heel andere reflexen dan het strekken van het been!

Het is ook niet zonder reden dat een stratemaker een rubberen tegelhamer gebruikt voor het in de juiste positie brengen van het plaveisel. Een huis-tuin-en-keukenhamer zou scheuren en breuken teweegbrengen. En daarmee nodeloos hoge kosten.

De voorzittershamer is vanouds zelfs een nadrukkelijk symbool voor verantwoordelijkheid. Wie een voorzittershamer lichtvaardig ter hand neemt of met onheuse bedoelingen, bewerkstelligt geheid nadelige gevolgen voor het verloop en de uitkomst van de bijeenkomsten. Met alle problemen van dien.

Was het te voorzien geweest dat de neoliberale beleidsrevolutie van de laatste decennia in figuurlijke zin zouden uitpakken als een sloophamer? Met enig historisch besef over het functioneren van samenlevingen en de rol daarin van overheden, natuurlijk wel! Maar ja; de Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow stelde reeds: als een hamer je enige gereedschap is, ben je geneigd elk probleem aan te zien voor een spijker. – "If you only have a hammer, you tend to see every problem as a nail.” En precies deze onverstandige praktijk hebben we kunnen aanschouwen bij het stelselmatig afbouwen van overheidsbemoeienis vanuit het utopische idee dat marktwerking de oplossing biedt voor welk maatschappelijk probleem dan ook.

Was het eveneens te voorzien dat een flink deel van de bevolking zich door het gevoerde neoliberale beleid in het nauw gebracht zou gaan voelen? Of, zoals historicus Jan Romein het formuleerde ten aanzien van delen van de burgerij in de jaren 1930 en 1940, als het ware geplet tussen hamer en aambeeld? Uiteraard! Dit gevoelen is immers een onvermijdelijk effect van het drastisch bevorderen van economische en sociale ongelijkheid; zo leert ons de geschiedenis.

Eenzelfde mechanisme was eerder ook al in werking getreden door toedoen van de industriële revolutie. Hele beroepsgroepen probeerden zich met hand en tand te verdedigen tegen de bedreigingen die zij ervoeren door toedoen van de veranderingen. Uit deze zogeheten ‘defensieve standsreflex’ zou uiteindelijk de moderne vakbeweging voortspruiten. Deze wist op haar beurt een aanzienlijke verbetering van de rechtspositie van werknemers te organiseren; een verbetering die later deels teniet is gedaan door de ommezwaai naar het neoliberalisme.

Forse wijzigingen in de gelaagdheid van een samenleving zullen vrijwel altijd gepaard gaan met protest ertegen. Bij alle overeenkomst is tussen de protestbewegingen ook altijd verschil aan te wijzen; waaronder wezenlijk verschil.

De film ‘Modern Times’ van Charlie Chaplin geeft een helder inkijkje in de aard van het socialistische verzet tegen de industrialisatie. Het draaide hierbij voornamelijk om het verlies van autonomie onder voormalige ambachtslieden door als loonafhankelijke arbeider onder het juk terecht te komen van machtige werkgevers. Om de situatie zo bondig mogelijk te schetsen: het volk dat een menswaardig (i.p.v. een proletarisch) bestaan wil, tegenover de almaar meer macht over het volk verkrijgende elite(s). Met gelijkwaardigheid binnen de mensheid als principieel uitgangspunt én praktisch einddoel.

De ideologie van het fascisme – waaronder de Duitse invulling ervan, het nazisme – maakt zoals bekend nu juist stelselmatig onderscheid tussen superieur en inferieur geachte mensen. Deze revolutionaire stroming op racistische grondslag beijvert zich voor een samenleving waarin de eerste groep alles te vertellen heeft en de andere niets. Ofschoon de leiders ervan in woord steevast een vreedzame toekomst nastreven, bewijzen de historische ontwikkelingen in de eerste helft van de vorige eeuw dat men hier kan spreken van moedwillige misleiding, schurkachtige schijnheiligheid en buitensporig buitenissige, perfide politiek.

De communistische dictaturen laten zich voor het merendeel eender kenschetsen; ondanks menselijke gelijkwaardigheid als formeel begin- en eindpunt. – Woorden en daden kunnen nogal ver uiteenlopen; zo blijkt maar weer! – De communisten introduceerden de hamer als symbool voor de arbeiders en deden er een sikkel of ploeg bij, teneinde ook de boeren bij hun beweging te betrekken.

De schrijvers van het (vooral door Trini Lopez zo bekende) lied ‘If I Had a Hammer’ voegden aan de hamer weer twee heel andere symbolen toe: een klok en een lied. Met dit protestlied riepen zij op tot rechtvaardigheid, vrijheid en solidariteit binnen de historische context dat de leiders van de communistische partij van de VS werden bedreigd met gevangenisstraf (https://en.wikipedia.org/wiki/If_I_Had_a_Hammer). Het begrip solidariteit drukten zij uit met de woorden “love between my brothers and my sisters”. Met deze woordkeus creëerden zij een aan twee kanten snijdend ‘mes’; bedoeld om enerzijds de eigen groep op te beuren en anderzijds de gehele mensheid aan te spreken. De woorden zijn immers eveneens op te vatten als naastenliefde.

Vergelijkt men deze aanpak met die van de (op rechtse leest geschoeide) populisten binnen het huidige tijdsgewricht? Dan treedt wederom hetzelfde verschil aan het licht als tussen het socialisme en het fascisme: internationalisme versus nationalisme met wereldwijde aspiraties. Tegelijk valt een bedenkelijke overeenkomst met het neoliberalisme op. Ook nu weer is sprake van een fundamenteel ahistorische en dus uitermate onrealistische grondhouding.

Migratie is evident van levensbelang voor veel bedrijven en dus voor de economie, de werkgelegenheid en het algehele welvaartsniveau. De populisten doen echter alsof het tot zondebok maken van de migrant en het inperken van migratie een of ander wondermiddel is. Dit, terwijl een correcte duiding van elk specifiek probleem een noodzakelijke voorwaarde is voor het vinden van adequate oplossingen. Het is dan ook op voorhand duidelijk dat enorm veel onheil van te verwachten valt van al dat hameren op het sluiten van de grenzen.

Wrang genoeg zullen bij uitstek de problemen groeien die tot zoveel ontevredenheid hebben geleid. De zorg, het onderwijs, de bouw, de ICT, de technische sector in het algemeen, de wetenschap, het leger, de ambtenarij – noem maar op! – ; werkelijk overal in West-Europa dreigen arbeidstekorten een verdere ondergraving van het functioneren van de samenleving aan te richten. Het kan eigenlijk niet anders dan dat het een kwestie van tijd is, eer deze landen, daar waar zij nu zoveel mogelijk migranten weren, in eenzelfde internationale concurrentieslag verwikkeld raken als in de jaren 1960. Te weten, een concurrentieslag om buitenlandse werknemers.

Was het op morele gronden toch al een slecht idee om xenofobie leidend te laten zijn; er bestaat dus ook nog een rationele reden om er afstand van te doen.

Om de inrichting van de samenleving

Aduh! Vanmorgen wees mijn moeder me op een foutje in mijn vorige bijdrage: een ‘van’ te veel in de zin die begint met “Het is dan ook op voorhand duidelijk”. Ze liet er overigens meteen op volgen, dat ze mijn tekst nog helemáál niet af vond. “Mooi en aardig, zo’n historische verhandeling, maar je had ook nog moeten ingaan op de huidige politieke perikelen in Nederland!”, zo klonk het verwijtend vanaf de andere kant van de salontafel.

“Er valt namelijk nog wel heel wat meer te voorzien, alsook te doorzien!”, stak de krasse kapiteinsdochter van wal. En ze wierp met een rechte rug een scherpe blik richting het raam. Alsof ze een roer in haar handen had en met haar ogen de einder aftastte.

“Dit kabinet betreft geen samenwerkingsverband op basis van consensus, maar veeleer een ‘Mexican stand off’. Die lui houden elkaar onder schot. Nou ja, bij wijze van spreken dan. Alle vier partijen handelen vanuit de ervaring dat de breker verliest. De VVD heeft dat kort geleden nog aan den lijve ondervonden en wil niet andermaal veel stemmen verliezen.”

Ze nam een slokje koffie en zette haar uiteenzetting voort. “Je moet weten; doordat zij alle vier uit hetzelfde electorale vijvertje vissen zijn deze partijen als communicerende vaten. Loopt de ene leeg, stroomt de andere vol. En op dat laatste maakt de PVV, zijnde de grootste, de beste kans. Dit monsterverbond kent geen gelijk speelveld.” Even zuchtte ze.

“We kunnen het zelfs nog meemaken, dat de PVV alle drie de coalitiegenoten zo’n beetje leeg trekt. Dat zal ook wel Geert Wilders z’n bedoeling zijn; maximaal profiteren van zijn huidige machtspositie. Kwestie van op het juiste moment op de een of andere manier de stekker eruit trekken en verdoezelen zelf de veroorzaker te zijn van de val van het kabinet door een ander de schuld te geven.”

Of de kiezers bedenken zich massaal en stappen bij de eerstvolgende verkiezingen naar de oppositiepartijen over!”, wierp ik eigenwijs optimistisch tussendoor. “Ja meid, er is altijd nog hoop en laten we die dan maar koesteren. Het zal me echter benieuwen. Heeft de kiezer dan nog steeds ‘het’ gelijk aan zijn kant in de ogen van Wilders en de zijnen? Of vergt dat van hun te veel lef en zijn ze daar ook nog eens te trots voor?” Bij het uitspreken van het lidwoord ‘het’ tekende ze ter relativering met haar handen twee aanhalingstekens in de lucht. – Zo modern voor iemand van haar leeftijd!

Ik: “Het zal ongetwijfeld een hele toestand geven! Menig PVV’er klaagt al jaren dat hun politieke coterie nooit eens een eerlijke kans krijgt, terwijl deze nu toch gewoon deel is komen uit te maken van de regering. Dat onwaar gebleken idee gaan ze dan natuurlijk weer breeduit van de daken schreeuwen.” En ik nam nog maar eens een flinke hap van de Schwarzwalder Kirsch taart die mijn gastvrouw (nog altijd) zo fantastisch goed kan bakken.

“Menigeen benadrukt dat dit kabinet een eerlijke kans moet krijgen. En het vertrouwen in de politiek schijnt toegenomen te zijn. Het is de vraag wat daarvan overblijft, mocht dit kabinet geen vier jaar standhouden. Sta eens stil bij de titel van het Hoofdlijnenakkoord ‘Hoop, lef en trots’. Wat zijn daar de tegenovergestelde begrippen van?”

Nog voordat ik die vraag kon beantwoorden, sprak zij: “Wanhoop, angst en schaamte! Dat wil zeggen: precies de nare gevoelens waaruit antidemocratische, autocratisch ingestelde lieden vanouds politieke munt slaan. Het is slechts een kwestie van tijd eer de boodschap gaat luiden ‘Zie je wel? Het huidige politieke stelsel voorziet niet in jullie behoeften!’.”

Het was me duidelijk dat mijn moeder hier duidde op een uitholling van de parlementaire democratie van binnenuit. “Maar welke rol spelen dan VVD, BBB en NSC in deze?”, vroeg ik. “Die partijen vormen – als zij niet uitkijken – de springplank voor het vestigen van een totalitair regime. Ze hebben Geert Wilders aan de macht geholpen die hem voorheen op goede gronden niet gegund was.”

En bekeken vanuit het perspectief van die andere partijen?” “Dilan Yeşilgöz en haar VVD staan voor een voortzetting van het neoliberale beleid. – Om die reden zijn de mensen in die kring ronduit in hun nopjes over het Hoofdlijnenakkoord. – Carolyn van der Plas en haar BBB evenzeer! Deze afsplitsing van het CDA heeft zich weliswaar opgeworpen als onbaatzuchtige, barmhartige belangenbehartiger van de boeren, maar spant zich voornamelijk in ten voordele van veevoedersector.”

Hoe dat zo? Waar blijkt dat dan uit?” “Met het inleveren van die beruchte ruim 10 miljard euro bij het opstellen van het Hoofdlijnenakkoord, zijn de boeren zo goed als beroofd van hun kans om zich te laten uitkopen tegen een redelijke vergoeding. Zij zullen wel op de oude voet door moeten gaan; óók met het afnemen van veevoeder. Of ze dat nu willen of niet.”

Maar Pieter Omtzigt vertegenwoordigt met zijn nadruk op het belang van een goed functionerende overheid toch eerder het tegenovergestelde – d.w.z. anti-neoliberalisme, als ik dat zo mag noemen?” “Ja, daarin schuilt nu juist de kracht van de parlementaire democratie: in het overbruggen van verschil van mening ten behoeve van het landsbestuur; het algemeen belang. Alleen doet zich nu het probleem voor dat bepaalde leden van de coalitie dromen van een rechts-radicale sprong naar voren die haaks staat op herstel van conservatieve normen en waarden binnen de democratie. Normen en waarden die elementair zijn aan en cruciaal voor onze vrije samenleving!”

Regelrechte destructie dus, onder de dekmantel van het opbouwen van een vermeend ideale samenleving?” “Precies.” En daarmee waren we toch weer terechtgekomen bij de geschiedenis; t.w. die overbekende zwarte bladzijde die we dachten achter ons te hebben gelaten, maar zich nu, in het huidige tijdsgewricht dreigt te herhalen.

Wat zou eigenlijk een goed alternatief zijn voor het geplande migratiebeleid van het huidige kabinet?”, zo vroeg ik haar. Ferm bracht zij onmiddellijk uit: “Regulering natuurlijk! In de jaren zestig was dat de gewoonste zaak van de wereld! Zoals je je wel kunt voorstellen, vonden de vakbonden het in eerste instantie maar niks dat de werkgevers massaal buitenlandse werknemers gingen werven. Zij vreesden uiteraard stelselmatige ondermijning van de positie van de Nederlandse arbeiders.

Tót zij kwamen in te zien dat arbeidstekorten bedrijven tot sluiting konden noodzaken en dat er ook een oplossing bestond voor dit probleem: afdwingen dat de zogeheten ‘gastarbeiders’ zoveel mogelijk onder gelijke arbeidsvoorwaarden kwamen te werken. Dit alles via de weg van aanpassing van de wet- en regelgeving.

Ze verhoogden hiermee weliswaar de kosten voor werkgevers, maar creëerden een win-win-win-situatie voor alle drie betrokken partijen. De werkgevers konden aan voldoende personeel komen en hun bedrijven hier staande houden; de Nederlandse werknemers ondervonden hoegenaamd geen concurrentie op de arbeidsmarkt en zagen werkgelegenheid beschermd die anders verloren was gegaan; en de buitenlanders kwamen hogere lonen te verdienen.

Ter bestrijding van de zo veel meer in het nieuws gekomen wantoestanden vestigde de Nederlandse overheid op haar beurt wervingskantoren in de landen van herkomst. En de arbeidsinspectie maakte er echt werk van om ervoor te zorgen dat de werkgevers zich aan de nieuwe wet- en regelgeving hielden. Zodra de werkgelegenheid van de Nederlanders flink afnam – door toedoen van de economische recessie die volgde op de oliecrisis in 1973 – werd de gastarbeid subiet stopgezet. Dit was ook vooraf een voorwaarde van de vakbonden geweest om akkoord te gaan.”

Hoe stelden de extreemrechtse lieden zich toentertijd op?”, vroeg ik een beetje naar de bekende weg. “Die hebben van begin tot eind stigmatiserende, opruiende taal lopen uitkramen over de buitenlandse werknemers. Hun door xenofobie ingegeven haatuitingen waren behoorlijk intimiderend. Het lijdt geen twijfel dat ze, zowel toen als nu, bedoeld zijn om bestaande angsten verder aan te jagen. Angst verlamt tenslotte en dat maakt de strijd die zij voeren weer wat makkelijker.”

De een zijn droom is vele anderen een nachtmerrie.” “De vraag is hoe we heden ten dage e.e.a. in goede banen kunnen leiden. Het matigende poldermodel van weleer lijkt wel niet meer te bestaan. We wilden immers transparantie in plaats van achterkamertjespolitiek? Maar waar zijn de vakbonden en werkgeversorganisaties – voor de liefde van God – gebleven? Vrijwel alle aandacht gaat nu uit naar het domein van de politiek!”

Is er ook reden om eveneens nostalgisch terug te kijken op de verzuiling?” “Nee, die heeft wat mij betreft nodeloos veel verdeeldheid binnen de samenleving voortgebracht.” En in één adem door: “Zo ook overigens het links extremisme! Werkgevers voortdurend afschilderen als uitbuiters en buitenlandse werknemers daarmee impliciet als zielige domoren; dat pakt natuurlijk even stigmatiserend uit als het rechts-extremistische beeld van parasitaire gelukszoekers. Er valt ongetwijfeld nog veel meer over te zeggen, maar de mensen die begrijpelijkerwijs aan lotsverbetering wilden doen zijn op deze manier op een nóg grotere achterstand gezet. Toch?”

U bedoelt: geen emancipatie zonder een positief zelfbeeld?” Even knikte ze, maar liet er ogenblikkelijk op volgen: “Ik vraag me nog altijd af waarom er consequent zó enorm voorbij is gegaan aan de feitelijke toedracht. Het belooft niet veel goeds voor de toekomst. Een dermate verstoord, scheef beeld van de werkelijkheid kán alleen maar van negatieve invloed zijn op de verdere loop van de geschiedenis.”

Ziet u nog wel een uitweg uit deze impasse?” “Oh jawel! Het zou eenvoudigweg volstaan als de zogeheten zwijgende meerderheid eindelijk eens paal en perk durft te stellen aan welke van de werkelijkheid losgezongen uitspraak dan ook.” “Een hele klus!” “Inderdaad een hele klus. Geen ijdele dromen, maar weldoordachte daden!”; zo orakelde zij met onvervalste Rotterdamse tongval in haar huiskamer ‘op Zuid’.



.

Geduld en ongeduld

Reeds voor ik haar appartement betrad, kwamen de christelijke klanken van ‘Geduld’ mij ter ore.


https://youtu.be/ueOYzfW7xC0?feature=shared 

Het bood me een goede gelegenheid om een gunstige entree te maken bij mijn moeder. Zodra zij de deur voor me opende, sprak ik op lieflijke toon: “Wat kon die Fritz Wunderlich toch prachtig zingen, hè?” Om er nieuwsgierig aan toe te voegen: “Maar het is toch nog helemaal geen Pasen?

Die woorden kwamen haar als een geschenk uit de hemel, zo bleek. Ze vertelde de aria desalniettemin veelvuldig te beluisteren, teneinde haar verontwaardiging in goede banen te leiden naar aanleiding van een netelige situatie met een buurvrouw. “Ik heb alleen maar gezegd dat Sven Kockelmann ongetwijfeld wondermooi kan zingen, daar zijn spreekstem dat suggereert. Maar nu beweert zij alom dat ik een verderfelijke ‘cougar’ ben! Ik voel me in mijn eer en reputatie aangetast en vraag me oprecht af hoe ik mij in de toekomst dien te verhouden tot die, tot die uh … INTRIGANT!”

Haar chronisch grommige levenshouding was overduidelijk opgelaaid tot wat men ook wel ‘de vechtmodus’ noemt. Als een veenbrand die alles en iedereen in de omgeving dreigt te vernietigen. Ik begreep het wel: dan is leven in de voetsporen van Jezus een hele opgave!

Boze tongen maken boos en venijn doet pijn, maar bewustwording kan leiden tot begrip” orakelde ik geheel in de stijl die haar zo eigen is. Verbouwereerd stelde ze mij de gewetensvraag of en waarom ik “in godsnaam” partij koos voor “die machtsbeluste roddeltante”. Voor alle duidelijkheid haastte ik me te benadrukken dat daarvan geenszins sprake was. En om haar af te leiden van het heikele onderwerp bood gelukkig de volgende wedervraag uitkomst: “Dus u luistert ook naar zijn podcast, ‘Sven op 1’?

De vraag viel voorwaar in vruchtbare aarde – om het eens in agrarische termen te vatten. “Jazeker! Het is weer eens een spannende tijd en deze heer weet precies die onderwerpen aan te snijden waarover we het moeten hebben. Ik zou bijna zeggen: als geen ander. Maar dat zou niet eerlijk zijn naar al die andere journalisten die zich zo ijverig kwijten van hun taak: het beschermen van onze democratie en de normen en waarden die daarbij horen.”

De komende tijd zal in meerdere opzichten een lakmoesproef betekenen voor het huidige kabinet”, bracht ik te berde. Daarop stak mijn moeder van wal met een uitvoerig betoog over het heetste hangijzer van het moment: het kabinet-Schoof. En dat met inachtneming van menige voetangels en klemmen – als was zij een holistisch arts.

“De deelnemende partijen aan dit kabinet zijn bepaald niet gelijkgestemd. Door al te groot verschil van mening kost het de bewindslieden de grootste moeite om eenstemmig naar buiten te treden. Je zou dit kunnen beschouwen als een noodzakelijk ‘iets’ wat nu eenmaal hoort bij een coalitieregering. Iets wat je dan kan bestempelen als goed dan wel kwaad. Als zakelijk optreden of gehuichel.

Hoe dan ook; slechts bij hoge uitzondering zal Den Haag niet de schijn van eensgezindheid willen wekken. Dit gebeurt eigenlijk alleen wanneer het kabinet door interne tegenstellingen op springen staat en het ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ wordt met het oog op de eerstkomende verkiezingen. Of wanneer bepaalde lieden stiekem de bedoeling hebben om de democratie van binnenuit omver te werpen. Laten we vooral niet vergeten, dat we helaas ook altijd bedacht dienen te zijn op sabotage.”

Een fraai maar tegelijkertijd onheilspellend woord. Ze liet er een diepe zucht op volgen en hervatte haar verhandeling.

“Per definitie heeft een vechtkabinet legio ellende in petto, omdat het niet of nauwelijks kan toekomen aan verantwoord regeren. Ik houd mijn hart vast. Straks is het ons voorland dat dit kabinet tot in lengte van dagen al twistend voort strompelt. Alle problemen op conto schuivend van voorgaande en toekomstige kabinetten.

Toegegeven; ze weten elkaar te vinden op het punt van immigratie, met de immigrant als zondebok en anti-migratiebeleid als panacee. Maar deze invalshoek is allang onhoudbaar gebleken, want contraproductief. Terwijl het de bedoeling is geweest om immigratie tegen te houden, heeft het beleid nu juist geleid tot een ongebreideld en onoverzichtelijk komen en gaan van migranten.”

Met al de bureaucratische rompslomp en kosten van dien!” vulde ik haar aan. “Ja. En willen we paal en perk stellen aan deze betrekkelijke chaos? Dan zou het beleid niet langer gebaseerd moeten zijn op xenofobie, maar zich juist dienen te richten op duurzame vestiging van immigranten. Dat is uiteindelijk in ieders belang.”

Duurzame vestiging van immigranten. Dat is een combinatie van woorden die ik eerlijk gezegd nog nooit eerder heb gehoord. Wat stelt u zich voor, ma, bij verduurzaming van de immigratie?

“Wel, dat betekent uiteraard in de eerste plaats dat we de behoefte aan, het idee van, alsook het streven naar tijdelijkheid moeten loslaten. Dit klinkt overigens revolutionairder dan het is. Door de loop van de eeuwen heen heeft de Nederlandse samenleving heel wat immigranten succesvol permanent opgenomen. In de jaren 1960 is het mis gegaan. Althans, met de introductie van het beginsel van tijdelijkheid in het kader van de zogenoemde ‘gastarbeid’.

Zo verstandig als het was om de arbeidsvoorwaarden zoveel mogelijk gelijk te trekken, zo dom was het om ervan uit te gaan dat de immigratie tijdelijk moest zijn. Het betekende een flexibilisering en segmentering van de arbeidsmarkt, waarvan niet alleen de immigranten nodeloos nadeel ondervonden, maar ook de in Nederland geboren werknemers. Heel wat menselijk leed had de mensheid bespaard kunnen blijven.

Enfin; zowel de flexibilisering als de segmentering van de arbeidsmarkt dient drastisch te worden teruggedraaid. Het is zaak dat we de mensen die we hier toelaten een volwaardig bestaan gunnen. Dat wil zeggen: met gelijke rechten en plichten. Als het gaat om arbeid, wonen, onderwijs, zorg en noem maar op.”

Oef! Hiermee schopt u tegen heel wat schenen en heilige huisjes aan, ma. En de kosten/baten analyses zullen ons weldra om de oren vliegen!

“Een grondige herziening van het gevoerde beleid hoort in zekere zin bij het aantreden van elk nieuw kabinet. Maar met het bruusk buiten werking stellen van bestaande wet- en regelgeving om plaats te maken voor drastische crisismaatregelen maakt het kabinet-Schoof een heel wat radicalere keuze.”

Plotseling begaf de hoogbejaarde vrouw zich van haar relaxstoel naar de (door haar grote kinderschare bij elkaar gespaarde) stereotoren. Niet lang daarna was het wederom Fritz Wunderlich die haar woning vulde met zijn stem. Dit keer met een schaamteloos hartstochtelijk gezongen ‘Ungeduld’ van Franz Schubert.


https://youtu.be/hd4ANU3sAbw?feature=shared 

Op mijn vragende blik verklaarde ze: “Hopelijk kan die vervelende buurvrouw het horen. En laat ook zij en iedereen het maar weten: liefde stijgt uit boven rancune.”









Belofte maakt schuld

Tijden veranderen continu. Soms snel, soms langzaam. Als ze maar ingrijpend en bestendig genoeg zijn, gaan snelle veranderingen meestal de menselijke geschiedenis in als ‘revolutie’. De landbouwrevolutie uit de Prehistorie bijvoorbeeld; die de Neolithische Revolutie is komen te heten. Algemener bekend – althans in dit deel van de wereld – zijn de Franse Revolutie en de Industriële Revolutie.

Af en toe blijft de betiteling ‘revolutie’ achterwege, zoals in het geval van de afschaffing van de Apartheid in Zuid-Afrika en de strijd die eraan voorafging. Het begrip revolutie blijkt een gevoelige politieke lading in zich te kunnen dragen.

Een ander illustratief voorbeeld hiervan, wat dichter bij huis, bestaat uit de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. In Indonesië zelf duidt men deze doorgaans onomwonden aan met ‘revolusi’. In Nederland bezigt men eerder de woorden politionele acties en soevereiniteitsoverdracht.

Een dergelijke terughoudendheid ten aanzien van het gebruik van het woord revolutie kennen wij hier te lande niet als het gaat om de Russische Revolutie en andere socialistische revoluties elders in de wereld. Als het evenwel gaat om de opkomst van het Nationaalsocialisme in Duitsland en andere fascistische regimes, dan neemt men ook al niet zo snel het woord revolutie in de mond.

Is dit voer voor psychologen? Ik sluit het niet uit. Het is het in ieder geval zeker wel voor de beroepsgroep waartoe ikzelf behoor, die van de historici. Voor ons brengen revoluties uit het verleden een niet te versmaden, royale dis ter tafel door vragen op te roepen over oorzaken, verloop, periodisering en gevolgen.

Maar waarin dan ook onze onderzoeken uitmonden – een zogeheten ‘Q&A’ in hapklare brokken, een verhalende uiteenzetting of een polemische verhandeling – ; er is één vraag die ooit iedere betrokkene is aangegaan en daarmee aandacht verdient. En dat is die omtrent de wenselijkheid van de betreffende revolutie.

De wenselijkheid van een revolutie is altijd een kwestie van uiteenlopende, soms zelfs haaks op elkaar staande belangen; zo valt voor iedereen eenvoudig in te zien. Het mag dan ook voor zich spreken dat elke revolutie zowel voor- als tegenstanders kent. Er gaat dus ook steevast een polariserende werking van uit.

Amai! Zelfs een avontuurlijke televisieserie voor kinderen kan een dergelijk effect hebben, zo heb ik althans aan den lijve ondervonden. In de jaren waarin het idee opkwam dat alles anders moest – de jaren 60 van de vorige eeuw – ontwikkelde ik als kind best wel een beetje een hekel aan Pipi Langkous. Ondanks mijn met haar overeenkomstige (meestal in staarten gedragen) rode haren en achtergrond van schippers en zeevarenden, identificeerde ik mij veeleer met de voorzichtige Annika.

De drie R’s van rust, reinheid en regelmaat waren aanzienlijk beter aan mij besteed dan al dat eigenzinnige, vrijgevochten gedoe als “Ik richt de wereld in, wiede wiede naar mijn eigen zin”.


https://youtu.be/hOWUHGIVDeE?feature=shared 

Let wel; vrijheid is me zeer lief. Maar zo’n aan de fantasie ontsproten en van de gangbare dagelijkse werkelijkheid losgeslagen stijl van leven stond en staat mijlenver van mij af. En als men het nuchter beschouwt, dan is het toch ook allerminst een pretje om het te moeten stellen zonder liefhebbende ouders?

Een kind dat schatrijk is; in ieder opzicht onafhankelijk van wie ook; zware criminelen te slim af; sterker dan haar vader; en geheel vrij van twijfel of angst? Hoe heeft Astrid Lindgren dit curieuze portret en deze omkering van de alledaagse loop der dingen bedoeld? Slechts ter lering en vermaak van haar dochter? Of heeft de Zweedse schrijfster zich tot heel de mensheid willen richten met mogelijk een revolutionaire, dan wel contrarevolutionaire boodschap?

Hoe dan ook heeft zij in 1945 een boek geschreven dat onmiskenbaar lijnrecht indruist tegen de extreem autoritaire, individu vijandige, collectivistische grondhouding van de nazistische hemelbestormers die kort ervoor de zo vernietigende Tweede Wereldoorlog hadden ontketend en verloren. Op speelse wijze heeft ze – bewust of onbewust – een cruciale vraag aangesneden die men zich kan en moet stellen ten aanzien van elk revolutionair streven dat gepaard gaat met de belofte van geluk voor iedereen. – Nou ja iedereen? Op de vermeende vijand, die er vrijwel altijd ook is, na dan. – Te weten de vraag: in hoeverre valt zo’n belofte serieus te nemen?

Het is een vraag die zich logischerwijs te meer aan ons opdringt naarmate de revolutionairen in kwestie evident een gebrek aan realiteitszin aan de dag leggen.

“We zullen je begraven zonder een schot te lossen” beloofde voormalig partijleider van de Communistische Partij van de Sovjet Unie, Nikita Sergejevitsj Chroesjtsjov aan het adres van de Verenigde Staten. – De mare gaat dat hij deze aankondiging heeft onderstreept door met een schoen op tafel te hameren. – De uitkomst van de Koude Oorlog maakte echter duidelijk dat de Sovjet Unie de zo optimistisch aangegane wapenwedloop niet eindeloos kon volhouden. Noch het dictatoriale communistische regime – dat overigens heel wat schoten heeft laten vallen en doden op het geweten heeft.

Het desintegreren van het Sovjetimperium na de val van Berlijnse muur in 1989 luidde vervolgens een tijdperk in dat zich wel laat plaatsen onder de noemer van ‘de Neoliberale Revolutie’. Met hoog in het vaandel een basaal, rotsvast geloof in de heilzame werking van het kapitalisme; al dan niet voorzien van het dogma van de Nachtwakerstaat als wimpel.

Inmiddels is in vrijwel alle westerse landen sprake van een revolutionaire tegenreactie in de vorm van het rechts-radicale populisme. Vele burgers in het moderne Westen blijken toch wat meer te verwachten van hun overheden. Zij wensen onmiskenbaar bescherming tegen de door hen als bedreigend ervaren veranderingen van diverse aard.

De tijdgeest lijkt een pendelende beweging te maken, waarbij de ene revolutionaire politieke stroming teweegbrengt dat een andere het levenslicht ziet.

Niettemin is ook almaar een belangrijke constante aanwezig: de ferventste voorvechters van de revoluties zijn meestal mensen die heilig overtuigd zijn van het eigen gelijk en/of als zodanig naar buiten treden. Bovendien proberen zij over het algemeen naarstig de illusie te wekken dat vrijwel iedereen het met hun eens is of dit kan/moet zijn. Verschil van mening en verdeeldheid binnen de eigen groep onttrekken zij zoveel mogelijk aan het oog. Andersgezinden buiten de groep worden bestreden, al is het maar door hun stelselmatig te negeren.

Hoe verraderlijk dit beeld van eensgezindheid ook is; het blijkt een hoogst effectief instrument in de politieke strijd. Menigeen gaat er namelijk klakkeloos in mee.

Neem de loze leus “De kiezer heeft gesproken” die je zo vaak hoort sinds de verkiezingsuitslag en de vorming van het huidige Nederlandse kabinet. Hoe nietszeggend deze leus op zichzelf ook is; komende uit de monden van coalitiegenoten krijgen de woorden een nogal dwingende strekking richting het publiek. Vervolgens betonen vele politiek naïeve Nederlanders zich bevattelijk voor ronduit tendentieuze, misleidende suggestie.

Objectief bezien hebben de verkiezingen niet minder, maar zeker ook niet méér bepaald dan een zekere zetelverdeling in de Tweede Kamer. De samenstelling van de coalitie was er nog niet mee voorgeschreven en net zo min het te voeren beleid. Aan het huidige kabinet en regeringsprogramma liggen politieke keuzes ten grondslag.

De VVD, BBB en – schoorvoetend – het NSC hebben ervoor gekozen om het cordon sanitaire naar de PVV op te heffen. Hadden zij het gehandhaafd, dan was er vanzelfsprekend een heel andere, veel gematigder coalitieregering tot stand gekomen. – Iets waar de VVD (kennelijk) nu juist vanaf wilde komen met het laten vallen van het vorige kabinet.

Het is een omstreden keuze geweest. In andere Europese landen, waaronder Oostenrijk, heeft men er vooralsnog wijselijk van afgezien. En het blijft ook een discutabele breuk met het verleden, om een zeer voor de hand liggende reden: de stabiliteit van het land is in het geding.

Niet voor niets gaat het er momenteel chaotisch aan toe in de nationale politiek. Dit kabinet kent enorme interne tegenstellingen en de daaruit voortvloeiende spanningen.

De VVD had erop gerekend aan de leiding ervan te kunnen staan. Die rol is echter in handen gevallen van de PVV, doordat deze meer stemmen heeft getrokken dan verwacht. Nu is het touwtrekken geblazen om de meeste invloed.

Het gaat hierbij niet zozeer om invloed op de inhoud van het beleid, maar vooral op de stemgerechtigden. Dat is nu eenmaal wat populisme bewerkstelligt als het zich als een kleverige olievlek verspreidt. En welke van de vier coalitiepartijen is daar nu eigenlijk voldoende vrij van? Er lijkt wel een narcistische concurrentieslag uitgebarsten over de vraag wie er het beste in is! Tegelijkertijd speelt natuurlijk ook het vooruitzicht mee dat er eventueel spoedig weer nieuwe verkiezingen moeten komen.

Toch zullen alle vier partijen de rit zo lang mogelijk willen uitzitten. Puur vanwege de dreiging van zetelverlies bij nieuwe verkiezingen; al dan niet veroorzaakt door de schadelijke reputatie een wegloper te zijn van verantwoordelijkheden. Dit risico lopen ze allemaal, maar Geert Wilders nog het meeste, omdat hij reeds eerder deze weinig glansrijke, destructieve rol toegeschreven heeft gekregen bij de val het gedoogkabinet Rutte I (2010-2012).

Elke keer dat een debat ontspoort in een theatrale schertsvertoning is dat zogezegd brood en spelen voor het volk. De boze burger wordt er ofwel zoet mee gehouden, ofwel opgehitst tegen het politieke bestel. Zonder meer kan een vechtkabinet dat niet tot regeren komt de indruk wekken dat de parlementaire democratie onvoldoende in staat is om belangrijke zaken op orde te brengen.

Tegelijk doet zich reeds geruime tijd een immens scala aan problemen voor op de terreinen van arbeid, wonen, onderwijs, zorg, sociale zekerheid en klimaat. Bovendien baart de toestand in de wereld weer eens zeer ernstige zorgen. Geen wonder dat menigeen een dringende behoefte gevoelt aan meer veiligheid.

Het is wel duidelijk dat Geert Wilders hieruit politieke munt slaat. – Nota bene, paradoxaal genoeg, met het aanwakkeren van angsten. – Veel is nu te doen om zijn motieven. Ja, hij beweert de grenzen te willen dichtgooien en doet het ten onrechte voorkomen alsof dat wenselijk en mogelijk is.

Los van zijn paranoïde xenofobie geeft hij echter bar weinig prijs over zijn verdere drijfveren. Staat deze excentrieke volksmenner nog als Hercules op de tweesprong? Of heeft hij reeds gekozen? Is hij nu wel of niet in de ban van een internationaal georganiseerde rechts-radicale revolutie die gericht is op de omverwerping van ons politieke stelsel? Of laat hij deze keuze afhangen van zijn achterban?

De tijd zal het leren. Intussen bedient hij de kiezer met een zogeheten tweesporenbeleid. Hij en zijn PVV bewindslieden beijveren zich zowel de gematigde, democratisch gezinde stemmers te behagen, als de antidemocratische extremisten. Het uitstralen van een geraffineerde mengeling van gevestigd en revolutionair elan blijkt een succesvolle aanpak te zijn. Althans in commercieel opzicht.

Dit uitstellen van een fundamentele keuze ten aanzien van ons politieke stelsel betekent feitelijk dat de PVV vlees noch vis verkoopt. Het is een kwestie van tijd eer het electoraat dit doorkrijgt.

Voor de overige aan deze coalitie deelnemende politieke partijen geldt: wie speelt met vuur loopt niet alleen het risico de eigen handen te branden. De vlammen kunnen nog wel eens allesvernietigend wild om zich heen slaan. De belangrijkste schaduwzijde van populisme is het nihilistische karakter ervan. Het spel van macht om de macht kent geen morele sturing.

Gelukkig leert de geschiedenis dat revoluties slechts kans van slagen hebben, indien zij op veel meer gestoeld zijn dan gebakken lucht. Wie in een land met een lange democratische traditie mee wil surfen op de wereldwijde golf van antidemocratisch sentiment en de geesten rijp wil maken voor een autocratisch bewind rekent buiten de waard.

Het zal aan de kiezer zijn om het schrikbeeld te verjagen dat een revolutie binnen afzienbare tijd als een kolossale, almaar voortdenderende, niet te stoppen tank onze burgerrechten een voor een komt platwalsen. Daar hoeft hopelijk geen burgeroorlog aan te pas komen. Slechts nieuwe verkiezingen op zo kort mogelijke termijn.

De schade is al groot genoeg. Het is de hoogste tijd om kapitaal en arbeid weer in rustiger vaarwater te loodsen. De zich als pseudo vakbondsman opwerpende Januskop stookt slechts nodeloze onrust en heeft niets anders te bieden dan ellende.


Reageer op dit bericht

Je moet je bericht bevestigen voor publicatie, je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.