1 januari 2000 door Maaike Verrips

Snelle taalontwikkeling zonder speciale stimulans

Ik stimuleer mijn kind (19 maanden) niet meer dan andere moeders en toch spreekt het al zinnetjes van 3 soms 4 woorden die voor veel mensen goed verstaanbaar zijn. Hoe kan dat? Ze zingt ook al het eerste gedeelte van Poesje Mauw (Poesje mauw, kom eens gauw) terwijl ik niet iedere dag met haar zing.

Antwoord

In de Westerse wereld gaan veel ouders ervan uit dat intensieve interactie met kleine kinderen een noodzakelijke voorwaarde is voor een goede taalontwikkeling. De werkelijkheid is echter anders.

Er bestaan op deze wereld culturen waarin volwassenen helemaal niet met kinderen onder de twee of drie jaar praten `omdat die nog niet kunnen praten'. Kinderen hebben in die samenlevingen een andere sociale positie dan hier: ze worden niet in de eertse plaats als deelnemers maar meer als toeschouwers beschouwd. Ze brengen hun dagen in de nabijheid van hun ouders mee, op de rug of anderszins in de buurt. Ze zijn getuige van het volwassen leven maar nemen daarin niet volwaardig deel. Ze leren hun moedertaal door te kijken en te luisteren hoe volwassenen -- en grote kinderen -- die gebruiken, en veel minder dan Westerse kinderen in interactie met ouderen.

Ook de aanpassingen die wij in onze taal doen als we tegen kleine kinderen praten -- bijvoorbeeld onze zinnen vereenvoudigen -- is iets wat in veel andere culturen als uiterst vreemd wordt ervaren. Een Amerikaanse onderzoekster vertelde aan de Kaluli, die in Papua Nieuw Guinea wonen, dat Amerikaanse ouders tegen kleine kinderen een beetje eenvoudige taal gebruikten. De Kaluli vroegen zich bezorgd af hoe die Amerikaanse kinderen dan ooit goed Engels konden leren.

Je kunt taalontwikkeling dus misschien stimuleren met spelletjes en gesprekjes met je kind, maar dat is geen noodzakelijke voorwaarde. Onder normale omstandigheden gaan kinderen gewoon hun moedertaal leren wanneer ze eraan toe zijn en dat is nou eenmaal bij het ene kind eerder dan bij het andere.