4 april 2008 door Ilse Meezen

"Boef" wordt "poes". Hoe komt dat en wat kun je eraan doen? (3 jr)

Mijn dochtertje van 36 maanden spreekt bepaalde woorden niet verstaanbaar uit. Bijvoorbeeld:
boef spreekt ze uit als
poes. Haar broertje van 22 maanden spreekt dit wel goed uit. Het is soms een beetje lachwekkend.

Zij wil haar broertje verbeteren als hij haar herhaalt. Ze zegt dan: "Nee, niet
poes maar
PNoes". Ze blaast dan lucht door haar neus tijdens het uitspreken van het woord.

Haar woordenschat is goed, ze benoemt diverse kleuren, kan gevoelens verwoorden, etc. Wat kan er mis zijn?

Antwoord

Zo te zien heeft uw dochter wat moeite met de plofklanken P en B en met de wrijfklanken S en F. Ik denk dat dat komt doordat ze nog niet zo goed naar zichzelf kan luisteren. Daarnaast voegt ze een N-klank in. Dat is iets anders. Beide problemen zal ik daarom apart bespreken.

De plofklanken p en b

De P en de B zijn de plofklanken die meestal het eerst geleerd worden. Andere voorbeelden van plofklanken zijn D, T en K.

Bij al deze plofklanken wordt de luchtstroom in de mond kort geblokkeerd. Bij de P en de B blokkeert de luchtstroom doordat je je lippen op elkaar duwt en weer loslaat.

Maar behalve dat er een overeenkomst is tussen de P en de B – namelijk dat het allebei plofklanken zijn die met de lippen gemaakt worden – is er ook een belangrijk verschil. De P is stemloos (de stembanden trillen niet als je hem uitspreekt) en de B is stemhebbend, waarbij de stembanden wél trillen.

Dit verschil is niet zichtbaar als je naar de mond kijkt maar wel voelbaar (bij het strottenhoofd, als je je vinger erop legt) en in principe ook hoorbaar. Ik zei "in principe", want voor iemand die slechthorend is, of andere problemen met het verwerken van geluiden heeft, is het moeilijk om op het gehoor onderscheid te maken tussen de P en de B.

De wrijfklanken s en f

De S en de F verschillen ook niet zo heel veel van elkaar. Het zijn allebei wrijfklanken, waarbij de luchtstroom een beetje wordt tegengehouden, alleen op een iets andere manier. Als u de woorden boef en poes uitspreekt terwijl u in de spiegel kijkt, ziet u weinig verschil in mondstand. Dat komt door de OE. U ziet een ronding van de mond. De woorden boef en poes lijken 'visueel' dus veel op elkaar maar zijn ook op het gehoor vrij moeilijk van elkaar te onderscheiden.

Luistertraining

U vertelde dat uw dochter het wel merkt als uw zoontje degene is die
poes tegen
boef zegt. Ze hoort dus wel foutjes van een ander maar kennelijk nog niet bij zichzelf.

Dit soort kinderen kan profiteren van luistertraining. Die zorgt ervoor dat ze spelenderwijs beter leren luisteren, niet alleen naar anderen maar ook naar zichzelf. Er bestaan professionele luistertrainingen (bespreek dit zonodig met uw huisarts) maar u kunt ook het een en ander zelf doen.

De meeste kinderen vinden luisterspelletjes waarbij ze "hetzelfde geluid" mogen zoeken, heel leuk. Zorg dan voor een aantal speeltjes die dezelfde geluiden en speeltjes die verschillende geluiden maken. Ga samen op zoek naar hetzelfde geluid.

Merkt u dat uw dochter geluiden moeilijk kan onderscheiden, ga dan naar de huisarts. Die kan u doorverwijzen voor een gehoortest en/of doorverwijzen naar logopedie (bijvoorbeeld om te werken aan de luisterontwikkeling).

Boef wordt pnoes

Er gebeurt echter nóg iets. In een poging het woord
boef (bij haar:
pnoes) beter uit te spreken, produceert ze de neusklank N achter de P. Dat gebeurt als ze zelf boef benoemt maar ook als ze haar broertje verbetert. Ze vertelt hem dat hij eigenlijk boef moet zeggen in plaats van poes, maar ze kan het woord boef zelf nog niet goed uitspreken en daarom wordt het pnoes.

Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat ze op dit moment met de neusklanken bezig is, en de luchtstroom door de neus stuurt waardoor er een soort N-geluid ontstaat. Dit kan vanzelf overgaan.

Met 36 maanden hoeven kinderen nog niet correct te spreken. Ik denk dus dat u zich over het invoegen van die N-klank nog geen zorgen hoeft te maken. Het leren luisteren is op dit moment het belangrijkst.