13 mei 2005 door Ietje Heybroek

Mijn zoontje is dol op mijn nieuwe vriend, maar wil toch alleen bij mij zijn. Wat doe ik daaraan? (3 jr)

Ik ben een moeder van een zoontje van 3 jaar. Zijn vader en ik zijn nu zo'n 1½ jaar uit elkaar. We hebben een goed contact en overleggen samen goed over ons zoontje.

Ik heb nu weer een nieuwe relatie en we zien wel dat hij stapel gek is met mijn vriend.

Het probleem is echter dat hij nu (en eigenlijk al sinds de scheiding) vreselijk aan verlatingsangst lijdt. Zelfs als ik heel even een boodschap moet doen, is hij al van streek. Hij wordt dan zo boos, driftig en verdrietig, dat hij zelf naar zijn kamer toegaat en zegt dat ik dan niet meer thuis kom. We kunnen hem niet duidelijk maken dat ik wel weer terug kom.

In alles wat ik doe, wil hij bij mij zijn. Het is echt soms bij het extreme af. Het is zo erg dat we met onze handen in het haar zitten.

Wat moeten we hieraan doen? Hoe moeten we ermee omgaan? Ik hoop dat hier een oplossing voor is.

Antwoord

Zo te zien spelen er een aantal problemen naast elkaar: verlatingsangst, eenkennigheid en 'de peuterpuberteit'. De scheiding die uw zoontje heeft meegemaakt, kan een en ander nog verder versterken.

Hieronder zal ik iets meer vertellen over die verschillende aspecten, zodat u wat beter zicht krijgt op datgene wat er aan de hand zou kunnen zijn. Ook zal ik aangeven wat je met al die dingen aanmoet.

Scheidingsangst

Verlatingsangst, of scheidingsangst zoals de professionals het meestal noemen, heeft te maken met de ontwikkeling van een kind. Het kind is bang dat de ouders weggaan. Onder normale omstandigheden voelen kinderen zich veilig, geborgen en beschermd bij hun eigen ouders. Een kind weet dat zijn ouders op hem reageren. Dat heeft hij ook nodig om zich te ontwikkelen.

Scheidingsangst begint bij kinderen rond de leeftijd van 8 à 9 maanden. Ze worden zich dan meer bewust van hun omgeving, en gaan ontdekken wie vertrouwd is en wie vreemd is.

Rond 1 jaar, soms wat eerder, soms wat later, kunnen kinderen ook eenkennig worden. Vaak richten ze zich dan alleen op de moeder, maar ook het omgekeerde komt voor. Soms is het papa voor en papa na, en kan de moeder – tot haar verdriet – geen goed meer doen. Professor Alfred Lange heeft daar in deze rubriek al eerder aandacht aan besteed. Zie:

Met een jaar of 4 jaar zijn kinderen er meestal wel overheen.

Kiekeboe

De scheidingsangst van een kind is te verminderen door hem te leren dat je steeds weer terugkomt. Het Kiekeboe-spel is daarbij een eerste stap.

Het spel gaat als volgt. De ouder verdwijnt even achter een hoekje van de deur en komt even later weer terug. Over het algemeen vinden kinderen dit leuk. U kunt het met steeds langere periodes ertussen doen. Op die manier kunt u steeds een stukje verder weg gaan. Even naar de keuken, even naar boven, even naar buiten om het vuilnis wegzetten, etc.

Wel is het belangrijk dat u vertelt wat u doet als u naar de keuken gaat of naar boven of naar buiten, en dat u erbij vertelt dat u weer terugkomt. Op die manier kan het vertrouwen van het kind verder groeien.

Leven is loslaten, ook voor ouders. Als ouders merken dat hun kind moeite heeft met hun vertrek, hebben ze de neiging om te blijven. Dat is niet de bedoeling. Zowel de ouders als de kinderen moeten eraan wennen dat ze steeds een beetje langer elk hun eigen weg gaan. Straks gaat uw kind misschien naar de peuterspeelzaal, en als hij 4 is in ieder geval naar de basisschool. Dan zal hij ook moeten leren dat u er niet steeds bij kan zijn.

Een scheiding

In uw geval heeft uw zoontje een scheiding meegemaakt rond de leeftijd van anderhalf jaar. Dat is een fase waarin een kind niets begrijpt van tijd. Dus als de vader een week weggaat, voelt het kind zich in de steek gelaten. Een kind kan een lange scheiding van zijn hechtingsfiguren nog niet aan. Dat geeft het kind een groot en diep verdriet, net zo als wij verdriet kunnen hebben over iemand die we missen waarvan we houden. Het kan een kind ook angstig maken. Het kind heeft dan zijn ouders nodig om hem te troosten.

Het kan zijn dat uw zoon door de scheiding meer verdriet, angst en woede heeft gevoeld, ondanks uw pogingen om de scheiding zo goed mogelijk te laten verlopen. Het kan zijn scheidingsangst vergroot hebben.

Stapje voor stapje

Ik zou hem nu stapje voor stapje leren dat u af en toe weggaat, maar dat u ook weer terugkomt. Vertel hem wat u gaat doen (dat is belangrijk!), en dat u ook weer terugkomt.

En nog iets (een open deur maar toch essentieel): uw zoontje is gebaat bij veel warmte, liefde, aandacht en veiligheid in de vertrouwde omgeving. Hoe veiliger hij zich voelt, hoe beter hij zich kan ontwikkelen. Dat is natuurlijk belangrijk voor alle kinderen, maar vooral ook voor kinderen die een scheiding hebben meegemaakt.

Koppigheidsfase

Naast de scheidingsangst en de eenkennigheid is er waarschijnlijk nóg iets wat er speelt, namelijk het feit dat uw zoontje nu de peuterpuberteit doormaakt, oftewel: de koppigheidsfase.

Dat is de ontwikkelingsfase waarin het kind zijn eigen wil gaat ontdekken en uitproberen. Je ziet dat bijvoorbeeld ook bij kinderen die zich in de supermarkt dramatisch op de grond werpen omdat ze iets willen wat niet mag.

Hoe ga je daarmee om? De handigste methode is afleiden. Als je kind iets wil wat je als ouder niet wilt, dan vestig je zijn aandacht op iets anders. Als hij bijvoorbeeld een koekje wil en u vindt dat niet goed, dan kunt u hem afleiden door te vragen waar jullie die middag naartoe gaan, of door hem te zeggen dat u zijn net gebouwde auto wil zien.

Natuurlijk kun je die afleid-methode niet altijd toepassen. Maak dan in ieder geval duidelijk dat u de wensen en verlangens van uw kind op zich wel respecteert (het is niet verboden om dingen te willen) maar dat ze op dat moment gewoon niet gerealiseerd kunnen worden. Zo zorg je ervoor dat je kind een stabiele persoonlijkheid ontwikkelt, vooral ook met het oog op de toekomst.

Ik realiseer me dat deze fase voor u heel lastig kan zijn. Ik wens u daarom veel sterkte én geduld toe.