3 oktober 2008 door Elise de Bree

Wat is het verband tussen woordenschat en taalbegrip? (5 jr)

Hoe kan het dat de woordenschat van mijn zoon beter ontwikkeld is dan zijn taalbegrip? Dit lijkt mij niet logisch! Taalbegrip komt toch eerst? Ben wel erg benieuwd of hier een verklaring voor is. En zo ja, wat we eraan kunnen doen.

Nick is 5 jaar en heeft de eerste 2½ jaar niet goed gehoord. Hij is inmiddels al drie keer geopereerd (buisjes). Nu is de KNO-arts erachter gekomen dat hij allergisch is voor huisstofmijt. Dit verklaard waarom hij altijd verkouden was en dus oorontstekingen en looporen had.

Daardoor ligt Nick 1½ jaar achter in taal/spraak. Met een neusspray en hoezen op zijn slaapkamer hopen we dat hij niet meer zoveel klachten heeft en dat hij de achterstand kan inhalen. We laten hem ook groep 1 overdoen om hem zo wat extra tijd te geven.

Antwoord

Uw zoon had gehoorproblemen. Dat was, behalve onprettig voor hemzelf, ook niet goed voor zijn taalontwikkeling. U gaf zelf al aan dat hij zo'n anderhalf jaar achterloopt. Kinderen moeten nu eenmaal taal horen om er systeem in te ontdekken, om afzonderlijke woorden te leren herkennen in een vloeiende stroom van klanken, en om überhaupt verschillen tussen klanken te leren horen. Dus: als je niet goed hoort, kun je ook niet goed een taal leren spreken en verstaan.

Dat voor wat betreft zijn algehele achterstand in spraak/taal-ontwikkeling. Uw vraag was echter of het niet vreemd is dat zijn taalbegrip minder ver is dan zijn woordenschat, omdat volgens u het taalbegrip vooraf zou moeten gaan aan de woordenschat-ontwikkeling.

Ik denk dat ik die vraag het beste kan beantwoorden door iets meer te vertellen over de betekenis van taalbegrip en woordenschat. Daarna zal ik aangeven wat er aan het achterblijvende taalbegrip te doen valt.

Woordenschat en taalbegrip

Het verschil tussen woordenschat en taalbegrip is dat het bij de woordenschat om losse woorden gaat, en bij taalbegrip om het verband tussen die woorden in een zin, en wat de zin als geheel betekent. Bij taalbegrip gaat het dus vooral om grammatica.

Daaraan kun je al zien dat de volgorde precies andersom is dan u dacht: het begint immers bij losse woorden ("mama", "papa", etc.) en daarna komen pas de zinnen. Eerst tweewoord-zinnen zoals "Mama moe", of "Die ook", dan driewoord-zinnen, enzovoorts.

Na de allereerste beginfase ontwikkelen woordenschat en taalbegrip zich meestal hand in hand, en beïnvloeden ze elkaar wederzijds. Enerzijds stimuleert een groeiende woordenschat het taalbegrip. Want met een grotere woordenschat kun je meer zinnen (en ook meer soorten zinnen) begrijpen en produceren. Omgekeerd stimuleert het taalbegrip de toename van de woordenschat. Want hoe beter een kind de structuur van een zin begrijpt, hoe beter hij ook weer nieuwe woorden kan leren die daarin voorkomen.

Onderzoek

Wat u nu aan ons voorlegt, is een situatie waarin de woordenschat beter ontwikkeld lijkt te zijn dan het taalbegrip. Hoe weet u dat eigenlijk? Zo'n constatering vergt namelijk wel deskundig onderzoek. Daarom vermoed ik dat uw vraag gebaseerd is op de uitkomsten van onderzoek, waarbij in ieder geval een taalbegripstest en een woordenschattest zijn afgenomen.

Bij een taalbegripstest wordt vooral de kennis van grammaticale structuren onderzocht. Begrijpt het kind bijvoorbeeld dat er met "Hoe heet jij?" een vraag wordt gesteld die een antwoord vereist? En dat er met "Doe de dop maar op de fles" een opdracht wordt gegeven die een handeling vereist? Vanzelfsprekend worden er bij zo'n taalbegripstest makkelijke en veel voorkomende woorden gebruikt, om te voorkomen dat het resultaat negatief beïnvloed door een beperkte woordenschat.

Bij een woordenschattest worden eigenlijk twee dingen gemeten: hoeveel woorden een kind begrijpt (de passieve woordenschat) en hoeveel hij er daadwerkelijk gebruikt (de actieve woordenschat).

Onevenwichtigheid

Een zekere onevenwichtigheid tussen taalbegrip en woordenschat kan altijd voorkomen. Net zoals je ene been iets langer kan zijn dan het andere. Dat komt doordat taalbegrip en woordenschat weliswaar verband met elkaar hebben, en elkaar wederzijds beïnvloeden, maar toch verschillende dingen zijn.

Enerzijds kan het dus gebeuren dat een kind al heel wat zinsstructuren begrijpt, maar nog niet zo veel woorden kent. En omgekeerd, zoals bij uw zoon, dat een kind wel een grote woordenschat heeft, maar nog niet alles weet over de manier waarop die woorden in een zin aan elkaar gekoppeld kunnen worden.

Wat kun je doen?

Uw zoon heeft een spraak/taal-achterstand van zo'n anderhalf jaar. Dat is vrij veel, op deze leeftijd. Waarschijnlijk krijgt hij dus al logopedie om zijn achterstand in te halen. Dat is zeker nodig. En als het nog niet gebeurt, is het beslist aan te raden.

De logopedist(e) kan bovendien in de gaten houden of uw zoon voldoende vorderingen maakt, om op zijn huidige school mee te blijven draaien.

Succes ermee!